Otolieten

Otolieten komen voor in het binnenoor van beenvissen. Dat binnenoor is het gehoor/evenwichtsorgaan en het komt in tweevoud voor, links en rechts van de hersenen. Aan elke kant zitten dus drie steentjes die in een vloeistof zweven, zodat zij kunnen bewegen of trillen. Twee van die steentjes (in totaal vier), de asteriscus en de lapillus zijn van belang voor het evenwicht, terwijl het derde, de sagitta (twee stuks), primair het gehoor moet dienen. Laatstgenoemde is, althans bij cichliden, veel groter dan de beide andere otolieten en zij worden geacht een rol te kunnen spelen in zowel de leeftijdsbepaling van vissen, als in de taxonomie daarvan. 

Bron: Cichlidae 41-6 blz.15, Martin Geerts; Een otolietentrip naar het Tanganjikameer. In dit artikel refereert Martin ook naar een artikel van Pieter Gaemers "De betekenis van otolieten voor de systematiek van de Cichlidae".