Gymnogeophagus jaryi, een nieuw beschreven soort

Beschrijving van een nieuwe soort van het neotropische geslacht Gymnogeophagus, Miranda Ribeiro, 1918 (Teleostei: Cichliformes) van de Midden Paraná bekken, Misiones, Argentinië.

Felipe Alonso, Guillermo E. Terán, Gastón Aguilera, Oldřich Říčan, Jorge Casciotta, Wilson Sebastián Serra, Adriana Almirón, Mauricio F. Benítez, Ignacio García, Juan Marcos Mirande

Samenvatting:

Er is een nieuwe Gymnogeophagus soort beschreven, Gymnogeophagus jaryi, welke zijn leefgebied heeft aan de zuidelijke zijrivieren van het Midden-Paranábekken in Misiones, Argentinië. De soort kan worden onderscheiden van alle andere leden van het geslacht, behalve van G. australis en G. caaguazuensis, door de aanwezigheid van een hyaline (doorzichtig) tot grijs deel aan de voorzijde van de rugvin. Gymnogeophagus jaryi verschilt van G. caaguazuensis door een langere staartwortel, de staartvin heeft geen draadachtige uiteinden, de schubben op het midden van de romp zijn op het dorsale deel licht iriserend blauw, door witte vlekken in het zachte deel van de rugvin bij volwassen mannetjes, en van G. australis door de lichte iriserende blauwe verkleuring van het centrale gedeelte van de schubben op het dorsale deel van de romp en staart, en door het ontbreken van schubben aan de basis van het zachte gedeelte van de rugvin. Bovendien kan het worden onderscheiden door de volgende unieke combinatie van kenmerken: 10-11 vertakte dorsale-vinstralen, 27-30 schubben op de zijlijn, afwezigheid van verdikking van de lippen en, bij mannen, door het bezit van een bult bij volwassenen, de staartvin heeft geen draadachtige uiteinden, aanwezigheid van grote witte vlekken die distaal (verder van het centrum van de romp af) dwarsstrepen vormen en in het voorste deel van het zachte gedeelte van de dorsale vin, de schubben op het dorsale deel in het midden van de romp licht iriserend blauw, gebrek aan schubben aan de basis van het zachtstralige deel van de dorsale vin, afwezigheid van een opvallende en schuine donkere band van het oog naar de anterieure (voorzijde) rand van het hoofd, het voorste deel van de dorsale vin hyaline tot grijs, de schubben van de midlaterale vlek, elk voorzien van een halfcirkelvormige lichtblauwe vlek, de bult van de kop begint bij de horizontale door de ogen, vanuit het zijaanzicht een holling aan de voorzijde, de basis van de ongepaarde vinnen zijn geel en witachtige hyaline vlekken op de staartvin. De nieuwe soort, gebaseerd op mtDNA-fylogenie, is de zustersoort van G. caaguazuensis uit het stroomgebied van Paraguay en is nauw verwant aan G. australis.

Het gehele artikel is open access en hier te vinden: https://doi.org/10.1371/journal.pone.0210166 of hieronder te downloaden als PDF.

Vertaald vanuit het engels door: Johan Verheesen