Limbochromis robertsi - De schim keert terug!


Eindelijk succes met Limbochromis robertsi, 

Door : M.C.W. Keijman

alt

Het is al weer 5 jaar geleden dat Hans van Heusden in dit periodiek verslag deed van een vis onder de titel “Een schim in het oerwoud”. Het ging hier over een vis die zeer zeldzaam is en bekend is onder de naam Limbochromis robertsi.,  Deze vis die zijn herkomst heeft in de oerwouden van het West-Afrikaanse land Ghana. De eerste maal dat ik van de soort kennis nam was in het artikel in het “Buntbarsch Jahrbuch 1994”, nu dus welgeteld 16 jaar geleden. In dit artikel, genaamd “Ein Außergewöhnlicher Buntbarsch aus Ghana”, maakt de inmiddels welbekende uit Oostenrijk afkomstige Anton Lamboj melding van deze soort. In dit artikel wijdt Anton uit over de de geschiedenis, natuurlijke verbreiding en ecologie, de soortbeschrijving en het houden en kweken met deze zeer interessante soort. Na het lezen en zien van de foto’s van deze soort was het even gedaan met de pret. Dit omdat deze soort in de hobby simpelweg niet te verkrijgen was omdat er tot dan toe slechts enkele gevangen waren. Dit had te maken met het feit dat deze soort slechts in een heel klein areaal in Ghana voorkomt en dat de daadwerkelijke vindplaats tot op de dag van heden slechts bij enkele mensen bekend is.

altalt

Hoe komt je dan aan Limbochromis robertsi ?

Het toeval wil dat Hans van Heusden eind jaren ’90 naar Ghana verhuisde om daar te gaan werken. En toen begon heel langzaam de hoop te rijzen dat Hans wellicht in de gelegenheid zou zijn om op zoek te gaan naar deze soort.,  Vanaf het moment dat Hans in Ghana aan het werk is gegaan, is hij in de spaarzame vrije weekenden op zoek gegaan naar deze schijnbaar onvindbare vis. Het was echter 2003 toen Uwe Werner en ik een bezoek brachten aan Hans in Ghana en daarvoor contact hadden gehad met Anton Lamboj omtrent informatie over de juiste vindplaats van Limbochromis robertsi. Het enige wat wij te horen kreeg, was eigenlijk niet meer dan wij op dat moment al wisten, namelijk dat het riviertje waar Limbochromis robertsi in voor zou komen de River Black Krensen heette, en dat het nabij het plaatsje Kibi zou moeten liggen.

alt

Tijdens ons bezoek aan Ghana in 2003 en de wetenschap van de vindplaats gingen wij met z’n 3- op zoek naar de Black Krensen. Maar hoe intensief wij op dat moment ook zochten, wij hebben dit riviertje toen niet kunnen vinden. Ondanks de vrij gedetailleerde kaarten die Hans op dat had, was het een wir war van riviertjes en stroompjes die in de nabijheid van dit plaatsje voor kwamen. Voor een volledig verslag over de zoektocht van Hans van Heusden naar dit riviertje verwijs ik naar,  ( Een schim in het oerwoud –NVC periodiek nummer 30-1 / februari 2004 ). Maar de aanhouder wint en zo zou ook Hans winnen en de River Black Krensen vinden. Met behulp van een lokale komt Hans dan toch uiteindelijk achter de locatie waar de River Black Krensen is, en komt hij na een voettocht van een half uur door het ongerepte oerwoud van de Atewa Hills , gelegen op het Kwahu Plateau aan bij de door hem zo lang gezochte rivier. Tesamen met Steven ( Hans z’n lokale hulp) begint Hans nu in deze prachtig midden in het oerwoud gelegen rivier op zoek te gaan naar Limbochromis robertsi. Temidden van een weelderig begroeide omgeving lag de Black Krensen, stromend door een volledig met stenen bezaaide rivierbodem gingen Hans en Steven op zoek.

alt

Met de handnetten werden de oevers afgevist en na enige tijd had Hans geluk en ving hij zijn eerste lang gezochte Limbochromis robertsi. Een schitterend geel gekleurd vrouwtje met een een rose buik, die zo typisch is voor vrouwtjes in de balt, danwel broedperiode. Hans kon zjin geluk natuurlijk niet op en werd nog fanatieker om meer exemplaren van deze werkelijk schitterende soort te vangen. Het lukte Hans om nog een naar Limbochromissen te vangen en deze uiteindelijk ook levend mee naar Nederland te nemen. Een aantal van deze exemplaren belanden in een van mijn aquaria. Deze hielden het enige maanden lang goed uit in het toenmalige Rhenense water, maar op een gegeven moment gingen de Limbochromissen zienderogen achteruit. Ze begonnen te vermageren, wat het directe gevolg was van de stoppen van de voedselopname. De limbo’s stierven een voor een met als uiteindelijk resultaat dat er geen enkele exemplaar over bleef.

Ik was dus weer terug bij af!

In november 2007 bracht ik wederom een bezoek aan Hans in Ghana met als doel het leefgebied van Limbochromis robertsi weer te bezoeken. Omdat ik in de hoofdstad Accra landde en Hans op dat moment op een geheel andere locatie in Ghana werkte, hadden we afgesproken elkaar te ontmoetten bij de busstop nabij het plaatsje Kibi. Dit op enkele uren rijafstand van Accra gelegen plaatsje ligt in een zeer bosrijke omgeving in de Atewa bergen. Waar zich tevens de typelocatie van Limbochromis robertsi bevondt. Met een lokale bus reed ik dus vanuit Accra naar Kibi en van daaruit ging met een “taxi” naar een hotel op ca. 15 minuten afstand van de busstop. Hans had hier op voorhand 2 kamers geregeld waar wij e komende dagen zouden verblijven. Na enige strubbelingen, de taxi kreeg onderweg pech en kon op dat moment niet verder rijden, kwam ik aan bij het hotel en betrok de gereserveerde kamer. Hans kwam onderveer 1 uur later aan bij het hotel en konden we ons concentreren op ons doel voor de komende dagen, het zoeken naar Limbochromis robertsii. Omdat Hans in voorgaande jaren nagenoeg de gehele omgeving van Kibi al had afgezocht en uiteindeljk de vindtplaats van deze soort had gevonden, was niet echt een opgave om hier naartoe te rijden. Hans wist exact waar we de auto moesten neerzetten en van waaruit we de wandeling door het oerwoud moesten aanvangen. Bepakt met onze fotoapparatuur, en natuurlijk onze netten en boxen gingen we op weg. Deze wandeling die ca. 30 minuten door het oerwoud voert is redelijk zwaar te noemen. En dan niet zozeer vanwege het pad welke we moesten aflopen, maar wel vanwege de enorme hitte die er zeker op die dag heerste. Het zweet liep ons werkelijk van het lijf! Maar je moet er per slot van rekening ook wat voor over hebben om iets zeldzaams te bemachtigen. Bij aankomst bij het riviertje de “Black Krensen” werden we direct verrast door het kristalheldere water welke de “Black Krensen” met zich meevoerde. Hans merkte op dat hij dit in al de jaren dat hij hier inmiddels kwam nog nooit zo helder had meegemaakt. Als eerste sloegen we vanaf de kant gade of we wellicht al Limbochromissen zagen zwemmen, wat ook inderdaad het geval was ! We pakten onze spullen uit en maakten ons klaar om vissen te gaan vangen. Gewapend met snorkel en net gingen we op zoek naar Limbochomis robertsi.

alt

Hans en ik gingen beide op verschillende plaatsen dit zeer begrensde biotoop in (Limbochromis robertsi komt op slechts voor in een stuk van van de “Black Krensen” dat slechts ca. 800 meter lang en exact tussen 2 watervallen ligt, welke waarschijnlijk ook de barierre vormt voor deze soort. Deze barierre zorgt er waarschijnlijk echter ook voor dat er geen andere vissoorten bij kunnen komen die wellicht een directe bedreiging voor eze toch wel fragiele soort zouden kunnen zijn. Het duurde niet al te lang voordat we ze ook daadwerkelijk onderwater tegenkwamen. Een mooi volwassen stel was al baltsend tegenover elkaar bezig een nest te graven onder een paar grote rolkeien. Nadat Hans en ik dit beide een tijdje hadden bekeken lieten we het stel Limbochromis voor wat het was en gingen we verder met het zoeken naar een stel met jongen. , Ook nu weer gingen we beide op verschillende plaatsen in dit begrensde stuk van de rivier op zoek. Door dat het water zo kristalhelder was, kon je soms de Limbochromissen zien zwemmen en was het uitkijken naar een stel. Op een gegeven moment kwam ik op een vrij vlak gedeelte van de rivier en zag een een tweetal Limbochromissen zwemmen die vrijwel direct wegzwommen op het moment dat ik dichterbij kwam. Maar nadat ze aan mijn aanwezigheid gewend waren kwamen ze direct terug naar waar ze vandaan gezwommen waren. Dit wijst er vaak op dat er dan eirene, larven of zelfs jongen in de buurt van deze locatie aanwezig moeten zijn. Ik verhield mij dus uiterst stil, bewoog niet of nauwelijks en zag na enkele minuten de jongen tussen de stene vandaan komen. De ouders gingen er direct boven staan en begonnen hun typische broedgedrag te vertonen. Ze stonden boven hun jongen en maakten om de paar seconden een terkkende beweging met het lijf, wat waarschijnlijk door de jongen als teken van veiligheid opgevangen wordt. De jongen voelden zich na enkele minuten al weer dermate veilig dat ze verder gingen met waar ze een paar minuten geleden waarschijnlijk mee waren opgehouden voordat ze wegvluchten, namelijk het zoeken naar voedseldeeltjes op de boden van de rivier. De kleuren van het vrouwtje vertoonden de typische broedkleuren die als okergeel omschreven kan worden, met in de rugvin een feloranje zoom, en een roze buik. Als liefhebber van dit soort vissen is het werkelijk een lust voor het oog om dergelijke vissen in hun natuurlijke biotoop te zien rondzwemmen. , Nadat ik voorzichtig Hans had geroepen en hij ook was komen kijken, moesten we toch doen waarvoor wij hier waren gekomen, namelijk het zoeken en vangen van Limbochromis robertsi.

alt
Wat er echter nu gebeurde was iets was zowel Hans als ik in onze inmiddels al lange historie van visvangen in de vreemde nog nooit was overkomen. Ik had een groot handnet voorzichtig achter het stel met de jongen gezet, en probeerde voorzichtig met mijn hand het stel en de jongen naar het net te drijven. Wat ik echter niet verwacht en ook nog nooit had meegemaakt, was dat het stel nu helemaal niet bang ws en zelfs bij de jongen bleef. Dit waarschijnlijk om ze te beschermen tegen mijn hand, maar ze zwommen gedreven door mijn hand, langzaam de kan op van het net. Gelukkig had ik het net in de grond geduwd, zodat ze de onderkant van het net niet konden zien. Tot mijn zeer grote verbazing zwom het stel met jongen en al het net in, en hadden wij het enorme geluk om zonder veel moeilijke handelingen (zoals dat vaak wel het geval is) een stel Limbochromissen met jongen te hebben gevangen.

alt

Omdat we nu gelijk al voldoende jongen, het stel en nog een paar eerder gevangen Limbochromissen hadden, maakten wij ons op om de vissen te verpakken en aansluitend de vermoeiende wandeling naar de auto terug te gaan maken. In de loop van de namiddag kwamen we bij het hotel aan en plaatsten we de vissen in speciale containers waar ze nog een aar dagen in zouden moeten verblijven voordat ze de oversteek naar Europa zouden gaan maken. De daarop volgende dag zouden we nog in de omgeving van Kibi verblijven om o.a. nog naar Chromidotilapia guntheri guntheri te zoeken, die met name bekend staat uit deze omgeving vanwege haar mooie van kleuren. Na nog een bezoek te hebben gebracht aan Lake Bosumtwi vertrok ik na een lange week in Ghana weer naar huis. Bepakt en bezakt en een box vol met vissen (waaronder de Limbochromis robertsi) kwam ik na en vlucht van 6,5 uur weer op Schiphol aan en haastte ik mij nadat ik de douane gepasseerd was naar huis om de vissen snel in de gereedstaande aquaria los te laten. De balans ws dat alle vissen de vlucht hadden doorstaan en dat nu een tijd van geduld aan zou breken voordat de vissen hun mooie kleuren weer zouden gaan laten zien., 

Ervaringen in het aquarium

Zoals het veelal met soorten gaat die zeer zelden in aquaria gehouden worden is er geen of slechts zeer weinig informatie beschikbaar over het houden van deze desbetreffende soorten. Zo ook dus met Limbochromis robertsi. De weinige informatie die er was stamde af van Anton Lamboj en van Hans van Heusden. Wat er bekend was waren slechts summiere omschrijvingen als: Het aquarium moet een minimum kantlengte hebben van 1.50 m, het water in het aquarium moet een constante beweging hebben, de bodemgrond moet uit zand bestaan met daarop kleine en grote stenen die tegen en op elkaar liggen waarbij holen gecreëerd worden. Over de waterkwaliteit wordt geschreven dat deze een geleidbaarheid van 120 tot 180 microsiemens moet hebben met een Ph waarde van 7,6 en een temperatuur van ca. 27 ,°C. Dit waren de wetenswaardigheden die in de literatuur terug te vinden zijn over de waarden die gemeten zijn in het natuurlijke habitat van Limbochromis robertsi. Om mee te beginnen zouden deze gegevens wel genoeg moeten zijn. Ondanks de gegevens over de kantlengte van 1.50 meter als minimumwaarden voor een aquarium waarin men Limbochromis zou moeten houden, moest ik de uit Ghana meegebrachte exemplaren in een aquarium doen die slechts de helft van de aanbevolen kantlengte bezat. Er zouden zelfs 4 exemplaren in moeten, te weten 2 mannen en 2 vrouwen.

alt

Ik had het aquarium voorzien van een stevige lag zand en een aantal platte en ronde stenen, zodat er verschillende holen en niches ontstonden. Veder werd het water snel gefilterd door middel van een binnenfilter. Er stonden geen waterplanten in de bak, omdat die in het natuurlijk biotoop ook niet voorkomen. Als waterwaarden heb ik toen slechts alleen de Ph en de temperatuur gemeten, en die waren Ph 7,4 en een temperatuur van 26,°C. In de eerste week van onderbrenging kon ik constateren dat voornamelijk de mannetjes dreigend en baltsend tegenover elkaar stonden, iets wat gezien de kleine behuizing vrij normaal was.,  Ik voerde de Limbochromis,  bevroren volwassen artemia, bevroren witte en zwarte muggenlarven en veel droogvoer.

Wat ik absoluut niet voerde waren rode muggenlarven en mysis, omdat gezien de gevoeligheid van de vis deze hier naar alle waarschijnlijkheid niet tegen zouden kunnen. Ik wist van mijn vorige Limbochromissen nog dat deze zeer gevoelig waren. Voorzichtigheid was dus geboden! Er verstreken enkele weken en ik kon bemerken dat er zich bij de 4 exemplaren 1 koppel aan het vormen was, doordat deze 2 zich steeds vaker gingen afzonderen en ook aggresiever tegenover de andere 2 begonnen te gedragen. Ik vond dat het dus tijd was om deze 2 exemplaren uit de bak te vangen en deze elders onder te brengen. Nu de 2 overgebleven exemplaren alleen waren was de rust direct teruggekeerd. De daarop volgende weken kon ik bemerken dat de 2 een steeds hechter gedrag begonnen te vertonen. Ook kon ik zien dat het vrouwtje langzaam maar zeker een dikkere en dus vollere buik begon te vertonen. En de roze kleur in de onderbuik begon ook al zichtbaar te worden net als de typische okergele kleur over het gehele lichaam zichtbaar werd. Allemaal tekenen die er op duiden dat zich een koppel gevormd had en dat een afzetting aanstaande was. Ik kon nu ook steeds vaker zien dat het “koppel” steeds vaker onder een steen stonden en bezig waren het daar te ontdoen van zand en allerlei ander materiaal. Ook werd er steeds vaker tegen elkaar gebaltst. Dit balsten voltrok zich door zijdelings met open bek langs elkaar heen te zwemmen, vergezeld met het slaan van de staarten tegen elkaars kop. Het overbekende “bekketrekken” zoals we dat van veel cichlidensoorten kennen werd door dit stel slechts zelden gedaan. Wat mij overigens opviel was dat de kleuren van deze anders zo mooie vissen zienderogen afnam naarmate de ei afzetting naderde ( deze conclusie kon ik natuurlijk pas later staven, omdat de ei afzetting op het moment van het verkleuren nog niet had plaatsgevonden). Steeds vaker bevond het stel zich nu onder de steen, die een plat dak vormde en dus een hol creëerde. Wat toen gebeurde kan een liefhebbers zich slechts in zijn ergste droom dromen. Ik vertrok op een zaterdagochtend in februari 2008 met mijn familie voor een dagje naar Duitsland. Ik moet hierbij vermelden dat het die nacht redelijk had gevroren en dat de vooruitzichten voor die dag ook vorst voorspelden. Nu moet men weten dat al mijn aquaria in een speciaal daarvoor ingerichte schuur staan, die zich naast mijn huis bevindt. En wat gebeurd er uitgerekend op deze dag dat ik nagenoeg de gehele dag niet thuis was? De deur van mijn cichlidarium is op een wijde kier komen te staan, met als gevolg dat alle warmte die zich hierin bevindt nagenoeg verdween. Ondanks de gaskachel die aan stond, daalde de temperatuur in de onderste aquaria tot een bijna desastreuze 20,°C !!! Aan het einde van de middag kwam ik thuis, en zoals ik dat altijd doe, neem ik eerst even een kijkje bij mijn vissen. En toen constateerde ik het voorval en dat de watertemperatuur van de onderste bakken enorm was gedaald. Natuurlijk keek ik ook in het aquarium waar zich de Limbochromissen bevonden. En tot mijn grote verbazing zag ik dat het het koppel er niet noemenswaardig onder te leiden had gehad. Ja, tot mijn stomme verbazing zelfs die dag hun eerste legsel hadden afgezet. En dat alles bij een watertemperatuur van 20,°C !!!!!!,  Tegen de zijkant van een van de stene waar de stene plaat op lag, had het stel een redelijk tot groot legsel afgezet. Mijn eerste inschatting was dat het om en nabijde 75 tot 100 eieren ging.

Om de temperatuur in het Cichlidarium snel omhoog te krijgen stookte ik de gaskachel op en had ik uiteraard de deur dicht gedaan. Om een lang verhaal kort te houden: Alle vissen hebben dit voorval overleeft. En wat ik minstens zo belangrijk vond, was dat het legsel na amper 3 dagen uitkwam en ik na enig bespeuren in een hoekje onder de platte steen een hoop krioelende larven zag liggen.,  Ik kon mijn geluk niet op, want het was nog maar weinigen gelukt om Limbochromis robertsi na te kweken. En als het dan al gelukt was (bij mijn weten waren slechts 2 personen te weten Anton Lamboj en Hans van Heusden er eerder in geslaagd om nakweek te krijgen van Limbochromis robertsi, en zij het dan ook nog in zeer kleine aantallen).

altalt

De dagen na het uitkomen van de eieren kon ik waarnemen dat het stel in de nabije omgeving waar de larven lagen diverse kuiltjes aan het graven waren. Na ongeveer 3 a 4 dagen zag ik dat het wijfje met de larven in de bek zwom en deze telkens in de verschillende van te voren gegraven kuiltjes uitspuwde en ze daar een tijd lang in liet liggen. Soms kon ik ook waarnemen dat het vrouwtje met de larven in haar bek door de bak zwom. De taakverdeling van het rondzwemmen met de larven in de bek was ook aan het mannetje toebedeeld, die dit echter niet zo vaak deed als het vrouwtje.,  Hier was duidelijk een taak weggelegd voor het vrouwtje. De tijdsduur van het in de bek houden van de larven , variëerde van enkele minuten tot soms wel een uur. Er kan dus met recht gezegd worden dat Limbochromis robertsii zowel een holenbroeder als muilbroeder is (of in ieder geval deels een muilbroeder). Nadat de larven ongeveer 8 dagen in dit stadium hadden verkeerd was op een gegeven moment de grote dag aangekomen dat ze eindelijk begonnen te zwemmen. Gelukkig had ik in het voortraject de overige andere vissen al uit het aquarium gehaald, zodat er geen rovers meer op de loer konden liggen om zich tegoed te doen aan de jongen.,  Toen de jongen enigzins schuchter uit het hol kwamen zwemmen, zag ik tot met blijdschap dat ik met mijn inschatting van maximaal 100 eieren in de goede richting had gegokt. Er zwom een grote school jonge Limbochromis robertsii onder het behoedzame oog van de ouders door de bak heen. Ik kon mijn geluk niet op, het was gelukt om deze soort in grotere schaal in ieder geval na te kweken. Deze blijdschap was wel enigzins terecht, want in de natuur komt deze soort slechts beperkt voor, waarbij ook nog eens het biotoop bedreigd wordt. Vanaf dag 1 namen de jongen direkt artemia naupliën tot zich, en groeiden deze in een kleine 1,5 maand tot aan,  1 cm lengte.

alt

Daar er zich in het aquarium geen andere vissen bevonden en er dus geen dreiging was dat de jongen opgegeten zouden kunnen worden, kon ik deze dus gerust bij de ouders laten. De periode dat het ouderpaar met de jongen in de bak zwom kon ik optimaal gebruiken om goede foto’s te maken, die er naar mijn weten op dat moment ook nog niet echt waren. De daarop volgende maanden groeiden de jongen voorspoedig, maar brak er een tijd aan dat ik kon waarnemen dat het ouderpaar weer baltsgedrag vertoonden. Dit was voor mij het teken dat de jongen bij de ouders weggehaald moesten worden en elders ondergebracht mesten worden. Zo gezegd zo gedaan. Ik kon van deze gelegenheid direct gebruik maken om nu precies te tellen hoeveel jonge Limbo’s ik nu had. Deze telling leerde mij dat ik 94 jongen had en dat dit toch wel een groot nest te noemen was.

alt

Ik was al met al blij dat er in ieder geval weer voldoende exemplaren in de hobby aanwezig waren om met enige zekerheid te kunnen stellen dat deze voor een bepaalde tijd weer “veilig gesteld” waren .

Verspreiden onder de Hobbyisten

Nu, z’on 2 jaar later kan ik wel stellen dat het verspreiden van de jongen toch wel enige moeite heeft opgeleverd. Dit heeft wellicht te maken met het feit dat er over deze soort weinig of niet geschrevenen is. Laat staan, dat er dus veel fotomateriaal van Limbochromis robertsi is. Men kent deze prachtig klein blijvende soort uit Ghana niet. Maar men kan gerust stellen dat deze soort het zeer zeker verdiend om behouden te worden voor de hobby, en niet alleen vanwege haar fraaie kleuren, maar ook vanwege de dreiging dat het biotoop in Ghana op langere termijn vernietigd zal worden en deze soort dan wellicht ook zal verdwijnen!

Literatuur:


Van Heusden, H. 2004 Een schim in het oerwoud. NVC periodiek 30-1 8-17

Lamboj, A. 2004.,  Die Cichliden des westlichen Afrikas. Birgit Schmettkamp Verlag, Bornheim, Germany. 152-154, 255 pp.



Lamboj, A. 1994: Limbochomis robertsi. Ein aubergewönlicher Buntbarsch aus Ghana.BEDE Verlag 38-43, 97 pg.

Herkomstgebied: