Recensie van het boek 'De zaak van de OGENPLUKKENDE CICHLIDE'

Recensie van 'De zaak van de OGENPLUKKENDE CICHLIDE'

Door: Rick Meijdam

Onlangs verscheen het boek 'De zaak van de OGENPLUKKENDE CICHLIDE' geschreven door niemand minder dan Martin Geerts. U weet wel, dat is ondermeer de grote man achter het NVC periodiek 'Cichlidae' in wiens redactie Martin al meer dan veertig jaar een sleutelrol vervult.

In 'Cichlidae 41(1)' besprak Ad Konings in de rubriek 'Cichlidesque' al kort het nieuwe boek van Martin. Omdat die recensie echter alleen toegankelijk is voor leden van de NVC en bovendien van diezelfde leden verwacht dat zij het periodiek lezen zal ik een poging doen zelf een recensie over dit boek op te stellen. Hoewel het niet mijn bedoeling is louter naar een reclame advertentie toe te werken denk ik wel dat dit boek meer aandacht mag krijgen dan het tot dusver in ontvangst heeft genomen.

'De zaak van de OGENPLUKKENDE CICHLIDE' is een bijzonder boek waarin op zijn zacht gezegd de nodige heilige huisjes vakkundig worden afgebroken. In 150 pagina’s tekst breekt Martin onder meer de mythe dat Dimidiochromis compressiceps leeft van de ogen van andere vissen (specifiek die van karperachtige en vissen in zijn algemeenheid) genadeloos af. Voor aquarianen zal dit echter geen nieuws zijn want cichlidenliefhebbers die iets weten van Malawi-cichliden in het algemeen en D. compressiceps in het bijzonder zijn al snel op de hoogte dat deze soort geen ogen uitbijt (of beter) hebben die merkwaardige verhalen nooit gehoord. Dit blijkt in de wereld van de wetenschap heel anders te zijn en de oorzaak daarvoor ligt volgens Martin in een oneindig groot vertrouwen in natuurlijke selectie. De oogkleppen van een groep die (terecht of niet) wordt aangemerkt als ‘neo-darwinisten’ zouden klaarblijkelijk dusdanig van afmeting zijn dat het voor hun niet langer mogelijk is afscheid te nemen van verhalen die in hun straatje passen maar verder nergens op gebaseerd zijn.

Martin biedt in feite een zeer uitgebreid literatuurverslag aan waarmee hij zijn twijfels over zowel de ooguitbijtende mythe als de huidige ideeën over evolutie en soortvorming aan de hand van de Afrikaanse riftmeren duidelijk maakt. De tekst is in begrijpelijk Nederlands geschreven en wordt vormgegeven in de typische schrijfstijl die Martin kenmerkt. Wie met enige regelmaat zijn rubriek 'Cichlidesque' in het periodiek 'Cichlidae' leest weet waar ik op doel. Zodoende is het voor de leergierige hobbyist noodzakelijk om enige controle over zijn mondhoeken te houden zodat zij na het lezen van de tekst niet dusdanige een glimlach zullen vormen waardoor de naaste omgeving zich begint af te vragen wat de afbeeldingen in onderhavig boek voor perverse praktijken tonen. In werkelijkheid is de tweede oplage (oktober 2015) echter verfraaid met meer dan twintig tekeningen die door de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Dave Voorvelt speciaal voor het boek werden gemaakt.

Als ik met enig kritisch vermogen naar het boek kijk moet wel gezegd worden dat de focus sterk ligt op het ondermijnen van de heersende ideeën en als zodanig kan dat naar gelang de bladzijdennummering omhoog gaat de lezer wat tegen gaan staan. Hoewel dit anderzijds meevalt als men de humor kan inzien van de wijze waarop Martin met zijn wetenschappelijk geschoolde ‘opponenten’ omspringt. Verder nog hoop ik dat de passages over voeding en hybridisatie door de hobbyist niet als zodanig misbruikt worden om minder verstandige zaken in onze hobby te legitimeren. Aan dergelijke praktijken kan Martin echter geen schuld hebben.

Het mooiste aspect aan dit boek is misschien nog wel dat Martin het schreef zonder dat daar enig motief aan ten grondslag lag anders dan dat hij dit graag wilde doen. Er is geen opdrachtgever, geen quota om te halen of anderszins en het boek wordt tegen productiekosten (of zelfs daaronder) verkocht. Een aanrader dus.

Herkomstgebied: