Maar liefst twaalf Haplochromine cichliden uit het Edwardmeer-gebied beschreven

Vranken N., Van Steeberge M., Heylen A., Decru E. en Snoeks J. hebben onlangs twaalf Haplochromis-soorten beschreven afkomstig uit het Edwardmeer-gebied, bestaande uit het Edwardmeer, het Georgemeer (ook wel Dwerumeer genoemd) en de daaraan verbonden rivieren. Haplochromis squamipinnis (Regan, 1921) en Haplochromis mentatus (Regan, 1925) waren door Regan al eerder beschreven aan hand van slechts één specimen uit het Edwardmeer en werden opnieuw onder de loep genomen. Daarnaast gaat het om H. latifrons,sp. nov., H. rex sp. nov.,H. simba sp. nov., H. glaucus sp. nov.,H.aquila sp. nov., H.kimondo sp. nov.,H. falcatus sp. nov.,H. curvidens sp. nov.,H. pardus sp. nov., en H.quasimodo sp. nov.

De beschreven soorten zijn alle piscivoren. Ze onderscheiden zich door morfologische kenmerken en bij de mannelijke exemplaren is een duidelijk kleuronderscheid waar te nemen. Verder zijn ze onder te verdelen in macrodontische- en microdontische piscivoren. Dit houdt in dat ze respectievelijk lange- danwel kleine tanden hebben.

De nieuw beschreven soorten die onder de groep van macrodontische piscivoren vallen zijn H. latifronsH. rexH. simbaH. glaucus ,H.aquila en ook H. mentatus behoort tot deze groep. Onder de microdontische piscivoren vallen naast H. squamipinnis ook de nieuw beschreven soorten H.kimondo,H. falcatusH. curvidensH. pardus, en H.quasimodo.

Zoals eerder genoemd is er een duidelijk kleuronderscheid bij de mannen van de verschillende soorten. 

H. latifrons: het kleurpatroon van een dominante man is onbekend. Bij de vrouwen en juvenielen is het dorsale deel van het lichaam en het operculum olijfgroen gekleurd, het ventrale deel van het lichaam en operculum is wit. Over het lichaam loopt een mid-laterale band.

H. mentatus: Bij de dominante man zijn het lichaam, de wang en de onderkaak geelgroen met een blauwe gloed. De flank, het bovenste deel van het het hoofd en het operculum zijn rood. De borst en buik zijn gespikkeld zwart. De snuit en lippen zijn donker. De rug- en anaalvin zijn donker en hebben zwarte lappets. De borstvinnen zijn donker en de buikvinnen zwart. Het achterste deel van de anaalvin heeft een karmozijnrode kleur. De staartvin heeft is donker met aan het einde een karmozijnrode kleur. Bij de vrouwen en juvenielen is het dorsale deel van het lichaam en het operculum olijfgroen gekleurd overgaand naar wit in het ventrale deel van het lichaam en operculum, de wang en de onderkaak. Over de flanken is een blauwe glans te zien. De rugvin is donker en voorzien van zwarte lappets. De buik- en anaalvin zijn wit-geel van kleur, de borstvin geelachtig en de staartvin is donker.

H. rex: Bij de dominante man is het lichaam beige gekleurd met een oranje schijn, het bovenste deel van de rug is grijsachtig, de buik en borst zijn zwart gekleurd. De staartwortel heeft een blauwe schijn. Het operculum, het dorsale deel van het hoofd en boven de ogen oranje gekleurd. De snuit, onderkaak en lippen zijn blauw. De wang is wit en zwart gespikkeld. De borst- en rugvin zijn hyaline, waarbij de rugvin een donker deel heeft in de basis en een gevlekt deel aan het achterste deel. De rugvin is voorzien van oranje lappets, behoudens enkele voorste lappets, die zwart gekleurd zijn. De buikvinnen zijn zwart, de anaal- en staartvin zijn oranje-rood met een donkere deel. De staart is aan het bovenste deel oranje gevlekt. Bij vrouwen en juvenielen is het lichaam beige met een groene schijn, het bovenste deel van de rug en het dorsale deel van de kop zijn grijsachtig gekleurd. De buik, borst, operculum, wang en onderkaak zijn wit. De snuit is donker en heeft een vage lichtblauwe kleur. De buik-,  borst-, anaal-, en staartvin zijn geelachtig. De staartvin heeft een donkere basis en ook het dorsale deel is donker. De rugvin is donker met zwarte lappets.

H.simba: Bij de dominante man is het lichaam in de basis geel gekleurd. De operculum, de wang en het voorste deel van het lichaam is oranje, de buik en borst zijn wit. De onderkaak en lippen zijn roze gekleurd. De buikvinnen zijn zwart. De anale vin en staartvin zijn karmozijnrood. Bij de vrouwen en juvenielen is het operculum, de wang en het lichaam geel gekleurd, onderkaak roze, borstvin, anaalvin en staartvin zijn geel. De rugvin is hyaline met zwarte lappets.

H. glaucus: Bij de dominante man zijn de flank en staartwortel zijn lichtblauw, de rug is grijs met een gele gloed, de buik, de borst en het operculum zijn zwart met een gele gloed. De rugvin, anaalvin en staart zijn karmozijnrood. De vrouwen zijn opvallend gelijk gekleurd aan een dominante man. Het lichaam, de rug en aanzet van de staartvin zijn grijs met een gele gloed. de flanken zijn lichtblauw. De wang, het operculum, onder het oog en de bek grijs, waarbij het operculum een blauwe schijn heeft. De borst- en rugvin zijn hyaline, de anaal- en staartvin zijn karmozijnrood. Bij juvenielen is de rug grijs gekleurd, geleidelijk overgaand naar wit op de buik, borst en operculum. De anale vin en de staart zijn geelachtig gekleurd.

H. aquila: Bij de dominante man is het lichaam metaalachtig grijs, de rug is grijsachtig, de buikpartij is gespikkeld zwart. De borst, de bek, de lippen en de onderkaak zijn zwart, de buikvinnen zijn zwart, de rugvin heeft een roetachtige kleur en zwarte lappets, de anaal- en staartvin zijn rood. Bij vrouwen en juvenielen is het lichaam en het bovenste deel van de kop zilverachtig met een gele gloed. De buik, de borst, het operculum de onderkaak en de lippen zijn wit. De buikvinnen zijn wit, de rug- en staartvin zijn wat donkerder, de rugvin heeft zwarte lappets en de staartvin heeft een geelachtige basis met aan het einde van de staart een rode gloed..

H. kimondo: Bij de dominante man is de bovenzijde van het lichaam en de kop grijs, de onderzijde van het lichaam, de operculum, de wang en de lippen zijn geel. Over de flank van het lichaam zit een blauwe gloed. De onderkaak en voor de kieuwdeksel zwart. De buik en borst zijn gespikkeld zwart. De buikvinnen zijn zwart, de rugvin is hyaline met zwarte lappets, de staartvin is aan de bovenzijde wat donker en aan de onderzijde karmozijnrood. De achterzijde van de rugvin en het bovenste deel van de staartvin zijn karmozijnrood gevlekt en de anaalvin is karmozijnrood. Bij vrouwen en juvenielen zijn het dorsale deel van het lichaam, de flanken, het operculum de wang en de lippen lichtgrijs. Het ventrale deel van het lichaam, de buik en borst en het branchiostegale membraan wit tot geel. De borst- buik- en anaalvin zijn geel. De rugvin is hyaline met zwarte lappets.

H. falcatus: Bij de dominante man is het lichaam olijfgroen met een gele glans. Het voorste deel van de flank en het operculum zijn fel oranje-rood. De buik en borst zijn gespikkeld zwart. De wang is olijfgroen met een rode gloed, de bek en lippen zijn wat donkerder en de onderste lip heeft een blauwe gloed. De borstvinnen zijn hyaline, de buikvinnen zijn zwart, de rugvin in wat donkerder en heeft zwarte lappets. De anaalvin is roodachtig en loopt donkerer door. De staartvin is wat donkerder en het achterste deel is hyaline. Bij vrouwen en juvenielen is het lichaam het operculum, de wang en het deel onder het oog olijfgroen/geel. De buik, borst en onderkaak wit. Buik- en borstvinnen en anaalvin zijn geelachtig. De rugvin is donkerder gekleurd en heeft zwarte lappets. De staartvin loopt donkerder door en is aan het einde hyaline. 

H. curvidens: De kleuren voor een dominante man zijn niet bekend. Op basis van slechts 2 foto's van overleden exemplaren kan worden gesteld dat het dorsale deel van het lichaam schemerig groenachtig is. Het ventrale deel is geelachtig. De flanken hebben een blauwe gloed. De borstvin is geelachtig, de buikvin zwart, de rugvin is schemerig en voorzien van witte lappets. De anaalvin is oranje en  de staartvin is donker gekleurd. Bij vrouwen en juvenielen is het lichaam geelachtig, de rug is groenig, de buik en borst zijn wit. De bek is donkergekleurd. De buik- en borstvinnen en de anaalvin zijn geelachtig, een donkere rugvin met zwarte lappets. De staartvin is donker gekleurd.

H. pardus: De dominante man heeft een zwart gespikkeld tot geheel zwart lichaam met een blauwe gloed. De rug en het bovenste deel van de kop zijn rose tot zwart gespikkeld gekleurd. De borst is wit. De buik, de staartwortel, de operculum, de onderkaak en de lippen zijn zwart. De wang, onder het oog en de onderkaak zijn gespikkeld tot geheel zwart. Op de wang is een gele gloed waar te nemen. De buik-, rug- en anaalvin zijn donker gekleurd. Delen van de anaal- en rugvin zijn zwart gekleurd en de lappets zijn zwart. De anaalvin heeft een vage karmozijnrode blos. De borst- en staartvin zijn zwart. Bij vrouwen en juvenielen hebben een geelachtig lichaam met een donkere gloed. De rug en bovenzijde van de kop zijn roze. De buik, de borst, het operculum en de wang zijn wit. Onder het oog is het gespikkeld zwart, de bek is donker tot zwart. De buik-, borst en rugvin zijn donker. De anaalvin en de staart zijn donker met een gele gloed. Zowel de rug- als de aarsvin hebben zwarte lappets. 

H. quasimodo: Het lichaam en de bovenzijde van de kop van een dominante man zijn wit met een vage gele gloed. Het ventrale deel van het lichaam is blauw-zwart gekleurd. De borst en buik zijn zwart. De wang, de onderkaak en de lippen zijn wit. De bek is donker. Het achterste deel van het operculum is zwart.  De borstvin is hyaline. De buik- en anaalvin zijn zwart. De rugvin is donker met zwarte lappets. De staart is donker en het achterste deel is hyaline. Vrouwtjes en juvenielen: het lichaam en de kop zijn wit, de rug en de bovenzijde van de kop zijn lichtgrijs. De bek is donker. De rugvin en buikvinnen zijn hyaline. De rugvin is  donker gekleurd in de basis en heeft zwarte lappets. De anaal- en staartvin zijn geel. De staart heeft een donkere basis en een donker gevlekt dorsaal deel.

Haplochromis squamipinnis: Het lichaam en de kop van de dominante man zijn leisteenblauw. De buik en borst zijn zwart. Over de flank loopt een vage mid-laterale streep. De snuit is donker. De rugvin is donker en voorzien van witte lappets, het achterste deel van de rugvin is gevlekt karmozijnrood. De anaalvin is karmozijnrood met zwarte lappets. Niet dominante mannen hebben een geelgroen lichaam en kop. De buik en borst zijn wit. Bij vrouwen en juvenielen zijn de rug en het bovenste deel van de kop goudkleurig. De buik, borst, wang en operculum zijn wit. De snuit en onderkaak zijn donker. De rugvin is donker en heeft zwarte lappets. De buik-, borst, anaal, en staartvin zijn gelig. De anaalvin is deels in de basis hyaline en het achterste deel is donker. Bij de staart is het achterste deel donker en het bovenste deel donker gevlekt.

Bron: https://europeanjournaloftaxonomy.eu/index.php/ejt/article/view/1749/6615