Aufwuchs

Ingeburgerd Duits woord. Aufwuchs betekent, letterlijk vertaald, opgroei. Met Aufwuchs wordt de laag algen bedoeld die op rotsen en hout groeit in de slenkmeren van Oost-Afrika. De onderste lagen op de ondergrond bestaan voornamelijk uit de taaiere filamenteuze (draadvormige) algensoorten (Cladophora en Calothrix) en vormen het substraat waarop zich andere algensoorten hechten, die de losse Aufwuchs vormen. 

Tussen deze algen leven tal van micro-organismen, maar ook (larven van) kreeftachtigen, mijten, slakken, poppen en larven van insecten. Een aantal vissoorten heeft zich gespecialiseerd in het afgrazen van deze laag. Naarmate men de diepte van 10 meter dichter benaderd zullen de algenmatten steeds meer worden verrijkt met sedimenten.

Cichlide eet Aufwuchs in het Malawimeer - foto: Peter Hofman
Cichlide eet Aufwuchs in het Malawimeer - foto: Peter Hofman