Malawicichliden in het aquarium - Verslag lezing NCD2010

Tekst: Johan Verheesen  Foto's: Andreas Spreinat

1e lezing van Andreas Spreinat op de Nationale CichlidenDag 2010
Malawicichliden in het aquarium

Andreas Spreinat is vooral in Duitsland een bekende spreker en heeft vele artikelen, boeken en video’s op zijn naam staan.

Naast de algemene zorg waarmee in de aquariumhobby rekening gehouden wordt zijn er voor Malawicichliden factoren die ook aandacht behoeven om er zo voor te zorgen dat het welzijn van onze vissen daarmee gebaat is en wij daardoor ook langer van onze cichliden kunnen genieten. Andreas Spreinat vertelt uit eigen ervaringen wat wij daaraan kunnen bijdragen.

Malawicichliden kunnen onderverdeeld worden in de zogenaamde Mbuna’s en  non- Mbuna’s. Ervaren liefhebbers kunnen dit onderscheid relatief gemakkelijk maken. Een Mbuna kan je herkennen aan de felle of donker omrande eiervlekken in de aarsvin. Er zijn ook overgangsvormen bij de non Mbuna’s, maar de meeste van deze vissen hebben geen eiervlekken.
Proto_taeniolatus_met_aardappel_Andreas_Spreinat.jpg

De volgende factoren hebben de extra aandacht nodig om lang van uw Malawicichliden te kunnen genieten:

• Voeding
• Water en filteren
• Omvang van het aquarium

Voeding
We kunnen 3 soorten voer onderscheiden, namelijk droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Droogvoer heeft veel voordelen. Het is handig in gebruik en indien van goede kwaliteit, bevat het alle voedingsstoffen die een vis nodig heeft. Het is goed mogelijk om cichliden een lange tijd gezond te houden met een dieet van alleen maar een goede kwaliteit droogvoer. Het grote nadeel van droogvoer is echter dat het zodanig gemaakt wordt dat het snel oplost. Dit zorgt voor extra vervuiling in het water. Daarbij komt dan nog dat het als aquariaan moeilijk is om de kwaliteit van het droogvoer te herkennen.
Diepvriesvoer is wat kostbaarder dan droogvoer. Voordeel is dat men er in tegenstelling tot levend voer altijd over kan beschikken. Het grote nadeel aan diepvriesvoer is echter dat bij het invriezen kristallisatie onstaat waardoor de lichaamscellen van de voederdieren beschadigd worden. Bij het voeren komen door deze beschadigingen voedingsstoffen vrij in het water. Dit zorgt er dan voor dat het water extra belast wordt met afvalstoffen.

Rode muggelarven, vaak aangeboden als diepvriesvoer, worden Aristo_christyi_met_garnaal_Andreas_Spreinat.jpggraag gegeten en in tegenstelling tot wat vaak over rode muggelarven wordt gezegd beweert de spreker totaal geen hinder ondervonden te hebben met het voeren van deze voederdieren. Zijn vissen blijven er gezond bij. Een zelfde uitspraak doet Andreas ook over het voeren van runderhart, waarbij wel direct opgemerkt wordt, dat het echter beter is dit bij Mbuna’s achterwege te laten. Deze groep krijgt hiervan zeker darmproblemen.

Voor de grotere cichliden zijn de garnalen uit het diepvriesvak van de supermarkt een ware traktatie. (zie foto)

Levend voer wordt intact gevoerd. Hierdoor wordt het water nauwelijks belast met afvalstoffen. Voorbeelden van levend voer die bij gelegenheid gebruikt kunnen worden zijn oa regenwormen, vliegen, mosselen, slakken en dode meelwormen.

Voor Mbuna’s is een steen met verse algen natuurlijk ook een tractatie. Het afschrapen van stenen is goed voor een juiste ontwikkeling van de kop. Dit geldt zeker ook voor de Tropheus-soorten uit het Tanganjikameer. Zet een emmer met stenen op het terras, laat de algen groeien en leg af en toe eens zo’n steen in het aquarium. Als dit niet mogelijk is probeer dan eens een mengsel van fijngemalen droogvoer met water, smeer deze over een steen uit en laat deze op kamertemperatuur drogen. (zie foto)
Steen_droogvoer_2_Andreas_Spreinat.jpg Hiervan wordt ook graag gegeten. Zorg hierbij wel dat er geen grove stukken in zitten, anders laat het mengsel los en belast weer het water.
Hetzelfde kan ook gedaan worden met oa verse artemia naupliën. Deze kan je op een steen leggen en laten drogen.

Mbuna mogen ook graag komkommer, brocolli, witte kool, wortelen,aardappel, maar ook meloen of een stukje banaan tot zich nemen. Ook non-Mbuna zullen hiervan eten.

Teveel voederen is natuurlijk niet goed, maar net als in de vrije natuur zal een vis bij aanbod van voedsel zich hieraan te goed doen tot deze verzadigd is en tijdelijk een behoorlijk dikke buikpartij laten zien. Dit kan geen kwaad. Anderzijds, te weinig voederen Fossoro_rostratus_met_te_grote_kop_Andreas_Spreinat.jpgen dan met name tijdens het opgroeien van jonge vissen kan ervoor zorgen dat deze zich niet goed ontwikkelen.
Dit uit zich dan vooral in de verhouding tussen kop en het lichaam.
Zie hiernaast de foto van de spreker met een Fossorochromis rostratus die door ondervoeding niet goed ontwikkeld is. Dit uit zich in de grootte van de kop van deze cichlide.

Water en filteren
Voor het filteren van water zijn diverse filters voorhanden, van biologische filters met enkele kamers tot aan zelfgemaakte filters van PET-flessen. De filters kunnen naar behoefte gevuld worden met diverse media variërent van filtermatten tot kiezel.
De belangrijkste redenen om te filteren zijn nitrificatie van het water, het verwijderen van voedselresten en het uitfilteren van grove vuildeeltjes.
Nitrificatie is de biologische oxidatie van ammonium tot nitriet gevolgd door de oxidatie van dit nitriet tot nitraat. Om aan te kunnen tonen welk medium de meeste nitrificerende bacteriën bevat heeft Andreas een test gedaan, waarbij aan een filter een nieuwe filtermat, kleine stukjes gewassen filterslang, aquariumgrind en water amonium toegevoegd werd. Na 24 uur werd gemeten welke van deze media het meeste amonium geoxideerd heeft. Hierbij werd aangetoond dat de filtermat 324 mg nitraat bevatte, in de stukjes filterslang filter 42 mg nitraat gevonden werd en dat in zowel het aquariumgrind als het water geen nitraat opgebouwd was. Dit toont aan dat het geen zin heeft om water of aquariumgrind te gebruiken om een nieuw op te starten aquarium te injecteren met nitrificerende bacteriën, maar dat hiervoor het best een medium gebruikt kan worden uit een bestaand filter. Steen_met_droogvoer_Andreas_Spreinat.jpg
De carbonaathardheid of kH-waarde heeft als belangrijkste eigenschap het “bufferen” van zuur. Een voldoende hoge kH-waarde van het water voorkomt dus de  afname van de pH-waarde. Malawicichliden verlangen een pH-waarde van tussen de 7,5 en 8°. Hiervoor is een kH-waarde nodig tussen de 10 en 14°. Een Malawicichlide kan na een gewenning overleven bij een extreem lage pH-waarde, maar zal zich hierbij niet prettig voelen. Nieuwe Malawicichliden die uit een alkalische omgeving komen zullen wanneer zij bijgeplaatst worden in dit aquarium niet overleven. Het is dus belangrijk de waardes regelmatig te controleren en indien nodig te corrigeren.
Een belangrijk onderdeel bij het houden van Malawi cichliden is het beperken van het aantal bateriën die zich in het aquariumwater bevinden. Hoe groter het aantal bateriën in het water, destemeer kans ook op uitval onder de cichliden, niet omdat zij ziek zijn, maar omdat hun imuumsysteem door de vele bacteriën overbelast wordt. De beste methode om het aantal bacteriën onder controle te houden is het regelmatig waterverversen. Daarnaast hebben planten ook een positieve invloed op het aantal bacteriën in het water.

Omvang van het aquarium
Niet in de laatste plaats is ook de omvang van het aquarium een belangrijke factor bij het houden van Malawi cichliden. Niet alleen de lengte van het aquarium is hierbij belangrijk, maar zeker ook de diepte speelt een grote rol. Bij een lang smal aquarium zal een mannetje een groter territorium bezetten dan bij een diep aquarium, waar het mannetje rekening moet houden met meerdere bewoners die ook hun territorium verdedigen. Om overzicht te houden zal de vis zijn gebied moeten verkleinen omdat deze meer grenzen te verdedigen heeft. Als een aquarium ook nog eens erg hoog is, bijvoorbeeld 80 cm, dan zal het mannetje nog drukker zijn met het verdedigen van zijn territorium, omdat er van boven of onder ook concurrentie is. Hierdoor zal dit gebied nog kleiner worden.
Aggressionsverhalten_Aqu_Schema_Andreas_Spreinat.jpg
“Bij een lang smal aquarium zal een mannetje een groter territorium bezetten dan bij een diep aquarium”

Tot slot wordt nog even ingegaan op het aantal cichliden in het aquarium. Wanneer men een groot aantal cichliden houdt in het aquarium, dan zal de beschikbare ruimte per vis klein zijn. Bij overbevolking wordt het territorium zo klein dat het voor een vis niet meer te handhaven is. De agressiviteit neemt hiermee af. Overbevolking kan ook voedernijd in de hand werken. Anderzijds kan het zijn dat bij een dun bevolkt aquarium de vissen erg schuw worden, omdat zij voortdurend het gevoel hebben dat er gevaar dreigt bij het niet zien van andere bewoners. Het is dus belangrijk om voldoende cichliden te houden. Overbevolking dient men echter te vermijden vanwege de stress. Als vuistregel hiervoor, die overigens alleen voor Mbuna geldt geeft de spreker voorkeur aan 1 cm per liter water, op voorwaarde dat de cichlide niet groter wordt dan 10 cm.

Veel plezier met uw Malawicichliden.
 

Herkomstgebied: