Fossorochromis rostratus (BOULENGER, 1899)

tekst: Age Dorenstouter - foto: Melchior de Bruin
Etymologie: 

Fossorochromis; Fossor = (Latijn) graver, chromis = vis. rostratus = gesnaveld, snavelvormig

Referentie: 

Eerste beschrijving door Boulenger in 1899

Literatuur: 

D.H.Eccles en E.Trewavas: Malawian Cichlids Fishes the classification of some Haplochromis genera. 1989 Lake Fish Movies.A.Konings: Malawicichliden in hun natuurlijke omgeving. 2001 Cichlid Press.

Beschrijving: 

Fossorochromis rostratus kan 30 tot 35 cm groot worden. Lichaam en vinnen zijn licht geel-achtig. Op de bovenste lichaamshelft zijn 6 zwarte dwarsbanden, deze dwarsbanden zijn twee maal onderbroken zodat een regelmatig vlekkenpatroon ontstaat. Mannetjes krijgen een zwart kaak en buik, een blauwe rug en een wit, parelmoerachtige vlektekening op de kopen voorste deel van de romp.

Herkomst: 
Malawimeer, Oost Afrika.
Verspreiding: 

Komt in het hele meer voor boven het zand en bij de zandstranden waar het water niet diep is tussen de 30 cm en enkele meters.

Gedrag: 

Deze cichliden vormen scholen van 50 of meer exemplaren en duiken met hun kop steeds het zand in op zoek naar iets eetbaars. Het zand wordt gefilterd en door de kieuwen weer uitgescheiden. Bij gevaar van roofvissen (Ramphochromis-soorten) of visarenden duikt de F. rostratus  zeer snel het zand in. Dit gedrag vertonen ze ook als we ze met een net uit het aquarium proberen te vangen.

Voedsel: 

Eet evertebraten, kreeftachtige, e.d. die dus uit het zand worden gezeefd, maar eet ook van het plankton. In het aquarium is het een makkelijke kostganger en nemen ze graag elk voedseltype dat wordt voorgezet, levend voer zoals mysis, watervlooien en alle gangbare diepvriesvoeders tot zich, ook droogvoer wordt graag gegeten.

Kweek: 

Mannetjes vormen een broedterritorium op de zandbodem en bouwen een krater en baltsen dan constant de vrouwtjes aan. Als het vrouwtje eieren afzet neemt ze deze meteen in de muil op waarna de eieren pas door het mannetje worden bevrucht. Na het afzetten gaan de vrouwtjes weer op in de school. Na 3 weken zoeken de vrouwtjes een beschermde plaats in een overgangsgebied en hier worden de jongen vrijgelaten en nog 3 weken beschermd. Is menig maal in het aquarium nagekweekt. Het jongbroed opkweken geeft geen problemen, de jongen groeien snel op een menu van Artemia, cyclops, watervlooien en fijn gesneden mosselen, garnalen en visvlees.

Aquarium: 

Vanwege zijn grootte geschikt voor  aquaria van 250cm of langer. Het aquarium moet een grote zandvlakte hebben met enkele grote stenen. Planten (Vallisneria en hoornblad) worden met rust gelaten en kunnen dus voor de inrichting worden gebruikt.

Stoplicht: 
Oranje
Herkomstgebied: