Melanochromis joanjohnsonae (JOHNSON, 1974)

Tekst: Wiebe Geertsma - foto: Wiebe Geertsma  
Etymologie: 

Melano = zwart, chromis = vis. joanjohnsonae = genoemd naar Joan Johnson, vrouw van Don S. Johnson, editor en publisher van Today's Aquarist, een Amerikaans aquariumtijdschrift.,   

Referentie: 

Maréchal, C. 1991 Melanochromis p. 258-265. In: J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4.  

Literatuur: 

Ad Konings - 'Malawi cichliden in hun natuurlijke omgeving', Tweede Editie.  

Beschrijving: 

Melanochromis joanjohnsonae wordt ook wel "de parel van Likoma" genoemd. Mannetjes bereiken een lengte van 10 cm, het vrouwtje een lengte van 8 cm. Mannetjes hebben een intensief metaalachtig blauwe kleur waarbij afhankelijk van de stemming donkere dwarsbanden te zien zijn.  Vrouwtjes hebben een bruingrijze kleur, vanaf de bek, over de kop, helemaal over de rug heen. De verticale zij heeft ook strepen, met dezelfde bruingrijze kleur. Ook heeft het vrouwtje horizontale, geel/oranje zijlijnen die bestaat uit punten van een millimeter dikte. De bovenste is meestal het duidelijkst. Deze heeft een gebogen vorm aan de kant waar de kop zit. De rugvin heeft ook een geel/oranje streep over het bovenste gedeelte van de rugvin. De eiervlekken op de anale vin zijn oranje, bij beide geslachten.  

Herkomst: 
Malawimeer  
Verspreiding: 

Endemisch voor het eiland Likoma. Daarnaast, geïntroduceerd bij het eiland Thumbi West .  

Gedrag: 

Deze Mbuna is alleen agressief als er een vrouwtje in de buurt is, en gaat heel veel achter vrouwtjes aan, dus aanbevolen verhouding is 1 mannetje op 3 vrouwtjes. Het vrouwtje wordt alleen tijdens het broeden agressief, en wordt agressiever na mate de tijd komt om de jongen los te laten. Over het algemeen zijn ze vriendelijk tegen andere Malawi vissoorten.

Voedsel: 

In de vrije natuur speurt Melanochromis joanjohnsonae de rotsen af naar evertebraten die zich in de aufwuchs bevinden en is derhalve ook een carnivoor. Het zoeken naar de prooi, die bestaat uit kleine kreeftachtigen en poppen en larven van restriële en aquatische insecten, doen ze door op enkele centimeters vanaf het substraat de aandacht op een bepaald gedeelte te richten. Als ze een prooi gezien hebben schieten ze snel naar voren en bijten in de aufwuchs. Door te bijten in de aufwuchs krijgt deze vis ook de nodige algen binnen.  In het aquarium moet dus rekening gehouden worden met een menu van mysis, artemia, cyclops, ed. Daarnaast kan er ook wat spirulina gegeven worden.  

Kweek: 

Gemakkelijk. Het vrouwtje is een muilbroeder. Bij de eerste keer zal ze 10 tot 20 jongen krijgen, maar normaal tussen de 25 tot 30 jongen. Het vrouwtje kan ook vrij veel in de smaak vallen voor andere mannetjes van een ander soort uit het Malawi meer. (Met name Pseudothropheus;) De jongen kunnen gelijk gevoerd worden met fijngemalen vlokken of microwormen.  

Aquarium: 

180 Liter aquarium of groter - PH 6.0 tot 8.5 waarbij de hogere (basische) kant hen veel beter bevalt. Temperatuur 78 - 82°F (25-28°C). Voor op de bodem is zand aanbevolen maar met grind zullen ze niet gauw een krater maken.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: