Een sonarjager van het Tanganjikameer

“Veervinnigen” is de verzamelnaam die werd gegeven aan de Tanganjikacichliden die deel uitmaken van de geslachten Ophthalmotilapia, Cyathopharynx, Cunningtonia en Aulonocranus. De mannetjes van alle daartoe behorende soorten worden gekenmerkt door langgerekte buikvinnen met gele uiteinden of lapjes. De meest voorkomende veervinnige van het Tanganjikameer is Aulonocranus dewindti, een soort die in
de ondiepe overgangshabitats leeft. 

Het geslacht Aulonocranus—de naam betekent “pijp-schedel” en verwijst naar de vergrote zintuigporiën in de kop—bevat slechts één enkele soort, A. dewindti. De mannetjes daarvan kunnen een totale lengte van ongeveer 13 cm bereiken, terwijl de vrouwtjes met een lengte van maximaal 10 cm iets kleiner blijven. A. dewindti verschilt van alle andere veervinnigen, zelfs van alle andere muilbroedende zandbewoners van het Tanganjikameer, door het bezit van extreem vergrote zintuigporiën in zowel de kop als de onderkaak. Zij verschilt verder van al deze soorten door een krachtige onderkaak die langer is dan de bovenkaak is, terwijl die andere soorten een eind- of onderstandige bek hebben. A. dewindti werd voor het eerst in 1898 verzameld in Moliro Bay (toendertijd nog Congo Freestate) door een Belgische  expeditie onder leiding van  luitenant Lemaire. De soortnaam “dewindti” eert de jonge geoloog, Dr. Jean de Windt, die lid was van de expeditie, en die door het kapseizen van een kano in het meer verdronk.

Het hele artikel is te lezen als u ingelogd bent.

Herkomstgebied: 
Editie Cichlidae: 
Algemeen: