Astatotilapia burtoni (GÜNTHER, 1893)

tekst: Age Dorenstouter - foto: Melchior de Bruin
Etymologie: 

Tilapia= Afrikaanse benaming voor een baarsachtige vis.Burtoni vernoemd naar Burton een militair officier en geograaf die op zoek was naar de bronnen van de Nijl

Referentie: 

Proceedings of the Zoological Society of London (1); p 631-632

Literatuur: 

Elk nederlandstalig aquariumboek wordt deze vis beschreven

Beschrijving: 

A.burtoni leeft vooral in langzaam stromende en stilstaande watertjes. Deze watertjes zijn vaak helder, maar ze komen ook in zeer troebel water voor. De hardheid varieert tussen 12 en 16 ,° DGH en de pH-waarde kan schommelen tussen 6,5 en 9. Ook wat de temperatuur betreft is er nog al wat verschil; 22 tot 29 ,° C. In de vrije natuur wordt A. burtoni ongeveer 8 cm groot, maar in het aquarium bij goede voeding kan ze wel 12 cm groot worden. A.burtoni is een alleseter met een voorkeur voor het wat grovere voer.

Herkomst: 
Tanganjikameer
Verspreiding: 

O.a. Tanganjika- en Kiwumeer en omringende watertjes

Gedrag: 

Astatotilapia burtoni is een muilbroeder en doet niet aan paarbinding en vormt ook geen broedkolonies. Mannetjes graven vaak een nest, een ronde krater in het midden van hun territorium en baltsen alle voorbijtrekkende vrouwtjes aan. De eieren worden afgezet waarop het vrouwtje deze meteen in de muil opneemt. De bevruchting volgt dan doordat het vrouwtje hapt naar de ei-vlekken in de aarsvin van het mannetje (de zogenaamde T-positie bij de theorie van Wickler), waarop het mannetje zijn sperma afscheidt. Na de eiafzetting zoekt het vrouwtje een beschut heenkomen om de eieren tot ontwikkeling te laten komen. Na 15 tot 18 dagen worden de jongen vrijgelaten en gaan direct op zoek naar voer. Het vrouwtje heeft gedurende het uitbroeden van de eierenslechts spaarzaam gegeten en gaat ook weer meteen gulzig op jacht en na circa 4 weken zal pnieuw eieren afzetten.

Voedsel: 

In het aquarium nemen ze graag elk voedseltype dat wordt voorgezet, levend voer zoals mysis, watervlooien, rode-, witte- en zwarte muggenlarven, al het gangbare diepvriesvoer en droogvoer.

Kweek: 

Deze is zeer eenvoudig, zie bij gedrag. Het opkweken van de jongen met Artemia, cyclops en fijn droogvoer levert geen problemen op.

Aquarium: 

Minimum 60x30x30 voor een paartje of mannetje en twee vrouwtjes, maar groter is natuurlijk beter.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: