Aulonocara jacobfreibergi "Undu Reef"

Tekst: Johan Verheesen Foto: Wesley de Weerd
Etymologie: 

Grieks: Aulos = fluit, caras = gezicht. Komt van de vorm van de zijlijnkanalen. Jacobfreibergi komt van Jacob Freiberg, een bekende importeur uit de V.S.  

Referentie: 

Maréchal, 1991 Maréchal, C. 1991 Aulonocara. p. 11-17. In: J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4., 

Literatuur: 

Malaŵicichlids in their natural habitat, 5th edition, Ad Konings.

Back to nature Gids voor Malawicichliden, 2e editie, Ad Konings

Beschrijving: 

Er zijn vele geografische varianten voor Aulonocara jacobfreibergi. Deze soort is populair vanwege zijn prachtige opvallende kleuren, die variëren per vindplaats. Ze worden niet voor niets ook wel "Malawi butterflies" genoemd. Ook bij Undu Reef leeft een variant, die erg geliefd is bij Aulonocara liefhebbers en die bij velen beter bekend is onder de handelsnaam Aulonocara Mamelela. In tegenstelling tot de jacobfreibergi's die zich ophouden in het noorden van het meer, waar ook Undu Reef onder valt, houdt de Mamelela zich niet op in zuiver rotsachtige omgeving, maar komt net als de populaties in het zuiden van het meer voor in de overgangsbiotopen, waar de man een klein hol verdedigt. 

Verspreiding: 

De "Mamelela" komt voor bij Undu Reef.

Gedrag: 

Een redelijk vreemdzame soort die beter gehouden wordt bij rustige medebewoners. Bij drukke medebewoners ligt wegkwijnen op de loer, met stress en uitval tot gevolg.  Ze kunnen als koppel gehouden worden, of een man met meerdere vrouwtjes. Ook een groep is mogelijk wanneer je tenminste 3 mannen houdt.

Voedsel: 

Insectenlarven en kreeftachtigen zoals garnalen, mysis, krill en ander levend voer. Een portie groenvoer (spirulina) mag ook niet ontbreken in het dieet. Voer met mate. 

Kweek: 

Een maternale muilbroeder. Als er aan de basisbehoeften van schoon water en goede voeding voldaan wordt en er voldoende rust in de bak is, dan is het kweken met deze vissen vrij eenvoudig. De man graaft een paaiplaats uit, waarna hij zal overgaan tot het aanbaltsen van de vrouw. De vrouw houdt de eieren en larven gedurende ongeveer 3 weken in de bek. Een legsel omvat zo'n 30 eieren.

Aquarium: 

Voor een klein groepje van een man met twee of drie vrouwen is een klein aquarium met een kantlengte van 120 cm en 240 liter voldoende. Deel het aquarium in met wat rotspartijen waarin de dieren zich kunnen terugtrekken. De verlichting mag wat gedimd zijn. Deelt deze vis het aquarium met andere soorten, dan is een groter aquarium aan te raden.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: