Protomelas sp. "steveni imperial"

Tekst: Johan Verheesen Foto: Imre Hoveling
Etymologie: 

Deze vis is nog niet officieel beschreven.
Protomelas  uit het Grieks : protos = de eerste, melas = zwart; “steveni imperial” is afgeleid van het feit dat de zeer vergelijkbare en soms sympatrisch voorkomende  Protomelas taeniolatus die beter bekend is onder aquarianen als Haplochromis  steveni. Een van de populaties van Protomelas sp. 'steveni imperial', uit Tanzania, werd eerder geïmporteerd als Steveni imperial Tiger Ad Konings heeft de twee namen gecombineerd.
 

Referentie: 

Konings, Ad. 1995. "Malawi cichlids in their natural habitat (2nd edition)". Cichlid Press. 352 pp. (crc01582).

Literatuur: 

Malawi Cichliden in hun natuurlijke omgeving 4e oplage, 2007, Ad Konings. Cichlidae.com

Beschrijving: 

Protomelas sp. “steveni imperial” wordt sympatrisch aangetroffen met Protomelas taeniolatus. Een kleurbeschrijving is lastig te geven vanwege de vele verschillende geografische varianten. Wat zij wel allen gemeen hebben is dat de borst- en buikpartij geel gekleurd zijn. P. sp. “steveni imperial” lijkt erg veel op de Protomelas fenestratus, maar onderscheidt zich van P. sp, “steveni imperial” door zwarte buikvinnen. Bij laatstgenoemde zijn deze geel tot rood gekleurd.
De lengte van het mannetje is ongeveer 16 cm. Het vrouwtje blijft wat kleiner.

Verspreiding: 

Komt voor aan de noordelijke kant aan beide zijden van het meer en aan de oostkust ten noorden van Makanjila Point.

Gedrag: 

Kan behoorlijk onverdraagzaam zijn tegenover mannen van zijn eigen soort. Het best houdt men slechts 1 man op meerdere vrouwtjes.

Voedsel: 

P. sp. “steveni imperial” is een herbivoor.  Deze zuigt de algen uit de spleetjes van de rotsen. Uiteraard worden insectenlarven ook genomen, maar hoofdzakelijk  zijn het toch de algen die op het menu staan. In het aquarium geef je dan ook het best spirulinavlokken of tabletten en ander groenvoer. Daarnaast kan ook ter afwisseling wat levend- of diepvriesvoer gegeven worden.

Kweek: 

Betreft een maternale muilbroeder. De eieren worden over het algemeen afgezet op de bovenzijde van een rotsblok. Vanwege de kwetsbaarheid bij deze manier van afzetten, bezet P. sp. “steveni imperial” een groot territorium, dat fel verdedigd wordt tegen indringers.
Na een incubatietijd van 3 weken worden de jongen voor het eerst losgelaten. De broedzorg houdt nog 4 weken stand.

Aquarium: 

Een minimale lengte van 150 cm. Voor de inrichting gebruikt men wat rotspartijen en een zandbodem.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: