Lepidiolamprologus kendalli (POLL & STEWART, 1977)

tekst: Bart Jansen - foto: Bart Jansen
Etymologie: 

Uitleg voor de geslachtsnaam, die in het leven werd geroepen door Schilthuis bij de beschrijving van Lamprologus congoensis:  Schilthuis heeft, zoals destijds gebruikelijk, geen verklaring gegeven voor de naam Lamprologus. Aangenomen wordt echter dat zij een combinatie voor ogen had die uit twee woorden bestond. "lampros" betekent "glanzend", terwijl "logus" de verlatijnsde versie is van "logos". Logos in dit verband te verklaren als een verbastering van logisch. Kennelijk vond zij het logisch dat de flanken van L. congoensis schitteren in het zonlicht. Kendalli: vernoemd naar Kendall. Afgebeeld is L. kendalli "Nkambae", de plaatsvariant die wordt aangetroffen in de Nkamba baai.  

Referentie: 

Revue de Zoologie africaine 91 (4); p 1047-1056  

Literatuur: 

Konings, Ad, Back to Nature gids Tanganyika cichliden;
Konings, Ad, Tanganyika cichlids in their natural habitat.  

Beschrijving: 

Deze tot 20 cm. lange vis, waarvan de vrouwelijke exemplaren enkele cm. kleiner blijven, heeft een spoelvormig lichaam. Op het donkerbruine lichaam lopen 4 min of meer onderbroken witgele strepen van achter de kieuwdeksels tot aan de staartbasis. In dezelfde kleur is er op de kop een onregelmatige tekening te zien. Rond de bek en de kieuwen kunnen deze tekening iriserend blauw zijn, soms uitbreidend tot bijna de gehele kop.  

Herkomst: 
Tanganjikameer  
Verspreiding: 

Zuidelijke delen van het meer  

Gedrag: 

Rustige vis, die met snelle uitvallen zijn prooi kan verschalken. Laat zich in het aquarium niet eenvoudig aan een partner koppelen.

Voedsel: 

Alle soorten groter levend- of diepvriesvoer, kleine visjes, droogvoer.

Kweek: 

Buiten de lengte van de volwassen dieren is er geen verschil tussen man en vrouw te zien zonder de genitaalpapil te bekijken. De paarvorming is voor deze vaak solitair aangetroffen vis niet eenvoudig. De vissen kunnen elkaar in een kleiner aqaurium naar het leven staan. Als zich eenmaal een paar heeft gevormd, zullen er regelmatig eitjes worden afgezet in een holte in de buurt van de bodem. Een legsel kan tot 500 eieren bevatten, hoewel dit aantal beduidend minder is bij jonge ouders. Vanaf een lengte van 10 cm. zijn ze geslachtsrijp. Het vrouwtje neemt de directe zorg voor het legsel en larven op zich terwijl het mannetje de omgeving bewaakt. Na 2 dagen komen de eitjes uit, en na een week zwemmen de jongen vrij en gaan ze op zoek naar voedsel in de omgeving van het nest. Ze kunnen dan al worden gevoerd met Artemia-naupliën en fijngewreven droogvoer.

Aquarium: 

Vanaf een voorruitlengte van 200 cm.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: