Amatitlania kanna (SCHMITTER-SOTO 2007)

Tekst Rene Beerlink, foto's Tom Cooper
Etymologie: 

Amatitlania, afgeleid van het type plaats van het type soort "Amatitlán" betekent, een plek van overvloed in amate" in het Nahuatl. "amate" is een soort van papier gemaakt van de bast van Ficus petiolaris of Ficus indica.

 

Een verwijzing naar de eerste rivier waar de vis gevonden werd, de Rio Cañavaral. Deze kenmerkt zich door zijn vele rietvelden. Kanna (κάννα) is grieks voor “rietveld”.

Referentie: 

Schmitter-Soto, Juan Jacobo, 2007. "A systematic revision of the genus Archocentrus (Perciformes: Cichlidae), with the description of two new genera and six new species". Zootaxa. n. 1603, pp. 1-78

Literatuur: 

Froese R. & Pauly D. (eds) (2013). FishBase (version Feb 2013). In: Species 2000 & ITIS Catalogue of Life, 11th March 2013 (Roskov Y., Kunze T., Paglinawan L., Orrell T., Nicolson D., Culham A., Bailly N., Kirk P., Bourgoin T., Baillargeon G., Hernandez F., De Wever A., eds).

Beschrijving: 

Deze soort werd door Allgayer in 2001 al als “anders” aangemerkt en noemde de vis dan ook Cryptoheros cf. nigrofasciatus. Met de aanduiding “cf” geeft Allgayer aan dat de vis afwijkt van de “normale” C. nigrofasciatus.  Het is de hoogst gebouwde Convict. De hoogte is minstens 50% van de lengte. Twee rijen schubben aan de basis van de rugvin. Buikvinnen reiken tot voorbij de tweede anaalvinstraal. Borstvinnen reiken tot voorbij de vijfde anaalvinstraal. Verlengde rugvinstraal  rijkt tot 2/3 van de staartvin. De streep van de snuit naar het oog is gewoonlijk goed zichtbaar. Ogen blauw met een goud randje. Borst olijfkleurig. Dwarsbanden scherp afgetekend, in het midden en tegen de rugvin intensiever gekleurd. Geen vlekken op het zachtstralige deel van rug en anaalvin. En de caudale vlek compleet op de vin in plaats van gedeeltelijk op de staartwortel.

Herkomst: 
Costa Rica, Panama
Verspreiding: 

De meest Oostelijk voorkomende Convict. Tot in Panama. Daarom wordt ze ook wel de “Panamese Zebra” genoemd.  Hier komt ze voor in de provincie Bocas del Torro, in rivieren die uitmonden op Laguana de Chiriqui. Van de grensrivier Rio Sixaola in Costa Rica tot  Rio Cañaveral, Rio Sixaola, Rio San San, Rio Changuinola. Ze komt er in een aantal rivieren samen met A. nanoluteus en A. altoflavus voor.

Gedrag: 

Zie Amatitlania nigrofasciatus.
 

Voedsel: 

Omnivoor. Wormen, kreeftjes, slakjes, insecten en hun larven, kleine visjes, maar ook plantaardig materiaal zoals algen en planten. Zoals gezegd komt A. kanna in een aantal rivieren samen met A. nanoluteus en A. altoflavus voor. In hoeverre zij elkaar hier beconcurreren is nog niet onderzocht. Mogelijk nemen ze verschillende niches in. Een aanwijzing hiervoor vinden we in de meetgegevens die Schmitter-Soto verzameld heeft. Hij heeft nml ook de lengtes van de darmen gemeten. Dit geeft vaak een indicatie over het soort voedsel dat gegeten wordt. Planteneters hebben langere darmen dan vleeseters. De darmen van A. nanoluteus en A. altoflavus zijn de langste van alle Amatitlania en 1/3 langer dan die van A. Kanna. Dit zou dus een aanwijzing kunnen zijn voor een verschillend voedselpatroon.

Kweek: 

Er zijn berichten die erop wijzen dat de kweek iets moeilijker zou zijn dan bij A. nigrofasciatus.

Aquarium: 

Iets gevoeliger dan A. nigrofasciatus. Het water waarin deze convict van nature voorkomt is wat zachter dan dat van de overige Convicts. Ph neutraal  en een temp. van rond de 26 C.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: