Amphilophus amarillo (Stauffer 2002)

Tekst Rene Beerlink, foto Richard jahrstorfer
Etymologie: 

Amarillo betekent “geel” in 't Spaans, dat refereert aan de gele basiskleur wanneer de dieren in broedstemming verkeren.

Referentie: 

-- Elmer K. et all. 2009. Color assotative mating contributes to sympatric divergence of neotropical cichlid fish

-- Geerts M. Cichlidesque actualiteiten en wetenswaardigheden. Het citrinellus-type, Cichlidae 28-5, blz 138 tm 140

-- Heijns W. 2002. Ontmoetingen onder water. Cichlidae 28-5, blz 141 tm 148

-- Heijns W. 2003. Ontmoetingen bij de voorruit, de duikervaring voorbij. Cichlidae 29-6, blz 165 tm 172

-- Heijns W. 2005. Citroencichliden in alle maten en kleuren. Cichlidae 31-5, blz 105 tm 114

-- Heijns W. 2008. profile page Amphilophus amarillo, Cichlidroom.

-- McKaye K. et al. 2002. Behavioral, Morphological and Genetic Evidence of Divergence of the Midas Cichlid Species Complex in two Nicaraguan Crater Lakes

-- Medina L. 2009. DNA Barcode of Midas Cichlidaespecies complex inhabiting lakes and lagoons of Nicaragua

-- Oldfield R. 2009. Captive breeding observations support the validity of a recently described cichlid species in Lake Apoyo

-- Stauffer J& McKaye. 2002. Descriptions of Three New Species of Cichlid Fishes (Teleostei: Cichlidae) from Lake Xiloá, Nicaragua

Beschrijving: 

Amphilophus amarillo behoort tot de zgn. Midas-cichliden. Dit is een groep cichliden met overeenkomstige kenmerken, waarvan sommigen, net als in het sprookje van Koning Midas, in goud veranderen. Dit complex, voor het grootste deel nog onbeschreven, zou wel eens uit meer dan 40 soorten kunnen bestaan. Daarmee wordt de biodiversiteit onder M-Amerikaanse cichliden in één klap met een derde vergroot. Zover is het echter nog niet, daarbij moeten we ons realiseren dat we voor het vaststellen van deze diversiteit zijn aangewezen op DNA analyses. Met het blote oog determineren vraagt de nodige expertise. De vissen zelf hebben daar overigens minder moeite mee. Proeven tonen aan dat er een duidelijke voorkeur bestaat voor het eigen DNA.

 

De diagnostische kenmerken waarmee we deze soort van A. citrinellus kunnen onderscheiden zijn een kortere snuit, langere rugvin-aanzet en een gelere basiskleur. Die kleur wordt echter pas goed zichtbaar wanneer de dieren geslachtsrijp zijn en in broedstemming komen, daarbuiten zijn het veelal grijze muizen. In een aquarium echter, verkeren de dieren vaak permanent in broedstemming en kan de onderzijde van de kop tot eekhoorn-rood aanlopen. Mogelijk het gevolg van andere (lees caroteen-rijkere) voeding. Het bandenpatroon dat uit zes dwarsbanden en een staartwortelvlek bestaat, steekt bij deze soort (in de broedzorg periode) zeer contrastrijk af. Deze kenmerken zorgen voor een hoge waardering onder aquariumhouders.

 

A. amarillo lijkt erg veel op de A. flaveolens van het Apoyo meer. Lange tijd werd de A. flaveolens dan ook de “Apoyo Amarillo” genoemd. Afzonderlijk, dus zonder vergelijkingsmateriaal, zijn beide soorten zo goed als niet van elkaar te onderscheiden. A. amarillo is (in broedstemming) iets donkerder geel, A. flaveolens meer groen-geel. In tegenstelling tot veel andere Midas-cichliden zijn er van A. amarillo tot dusver geen gouden varianten bekend. In de natuur wordt deze vis niet groter dan zo'n 20 cm, maar in een aquarium kunnen we op het dubbele rekenen. Mogelijk dat ook dit het gevolg is van een betere voeding. In zijn natuurlijke habitat is Amphilophus amarillo een strikte slakkeneter. A. amarillo staat op de UICN rode lijst genoteerd als kwetsbaar.

Verspreiding: 

Endemisch in Laguna Xiloá, Nicaragua. Dit is één van de twee kratermeren die tezamen het schiereiland in het Managuameer vormen. Deze twee kraters liggen weer netjes in lijn met een lange rij kraters die tezamen de “Central American Arc” vormen, een vulkanisch front, dat zich uitstrekt van Guatemala tot aan West Panama. Laguna Xiloá, ook wel als “Jiloá” gespeld, is 6.500 jaar geleden ontstaan als gevolg van een explosie toen grondwater het magma bereikte. Het gebied is nu rustig, maar of dit zo blijft, is maar zeer de vraag. Continentale platen schuiven hier nog met een snelheid van bijna 'n centimeter per jaar over elkaar en maakt dit gebied tektonisch instabiel. In het Noorden van het meer stijgt nog steeds zwavel-gas op en de watertemperatuur loopt hier plaatselijk op tot wel 40 ℃.

 

Habitat:

In Laguna Xiloá kunnen we voor de bodem-georiënteerde cichliden verschillende habitats onderscheiden, zand/modder bodem, rotst bodem en de zogenaamde Chara velden. Dit is bodemvegetatie bestaande uit kanswieren, een geslacht van meercellige algen, welke we kennen van onze eigen zandwinnings-putten. Het voorkomen van kranswieren is een indicatie voor schoon water. Dit is dus het favoriete habitat van A. amarillo en niet omdat ze het eten, maar om datgene dat hier in grote getale te vinden is. Pyrgophorus coronatus, een slakje dat in het gehele Caribische gebied voorkomt en de voornaamste voedselbron vormt, voor verschillende Midas cichliden, waaronder Amphilophus amarillo.

 

Alhoewel het meer bijna 100 meter diep is, vinden we de Chara-velden uitsluitend in de ondiepe gedeeltes. Kranswieren hebben nu eenmaal licht nodig. Zodoende vinden we ook A. amarillo voornamelijk in het ondiepe water. Tot dusver is Laguna Xiloá de introductie van de Nijltilapia bespaard gebleven, dit in tegenstelling tot Laguna Apoyo waar schade aan dit specifieke habitat is ontstaan. Ook zijn er oogziektes uitgebroken die in verband worden gebracht met deze exoot. Het water is hard alkalisch en rijk aan natrium. Ook is het in vergelijking tot veel andere kratermeren zuurstofrijk, zelfs tot op grote diepte. Dit komt door de lage oevers aan de kant van het Managuameer. Hierdoor heeft de wind vrij spel, welke voor opstuwing en rotatie zorgt.

Gedrag: 

Midas cichliden zijn voor het grootste deel van het jaar niet territoriaal. Ze scholen samen in grote groepen van verschillende leeftijden en leiden een zwervend bestaan in de grote plas. Pas aan het begin van de broedtijd, als zich paren vormen, ontstaat de noodzaak voor een territorium. In een aquarium blijven de dieren vaak in dit laatste stadium hangen.

Voedsel: 

In de natuur een slakken-eter met speciaal hiervoor aangepaste keelkaken. Het is niet verwonderlijk dat Laguna Xiloá een slakken-specialist huisvest. Het slakje Pyrgophorus coronatus is hier namelijk zó overvloedig aanwezig, dat de van origine donkere vulkaanstranden wit kleuren van de lege slakkenhuizen.

Kweek: 

Ook de voortplanting vindt plaats in de Chara velden. Hier kunnen ze gemakkelijk schuilplaatsen vinden dan wel creëren, als het even kan, overdekt. De broedkleuren zijn uit de kunst, maar in kleur en tekening zijn de geslachten zelfs nu niet van elkaar te onderscheiden. Mannetjes zijn simpelweg groter. Eieren worden afgezet op een vlakke ondergrond. Nesten zijn groot, tot wel 1.000 eieren. Deze komen na drie dagen uit en na nog eens 'n kleine week zwemmen de jongen vrij. De jongen worden furieus bewaakt door beide ouders, maar een groot deel valt ten prooi aan predatie. In de natuur broeden de dieren van van oktober tot december en een tweede kleinere piek vind plaats in juli en augustus.

Aquarium: 

A. amarillo kwam in 2001 naar ons land. Dit hadden we te danken aan Willem Heijns. Hij had een groot aantal jonge cichliden uit Laguna Xiloá meegebracht. Het opmerkelijke hierbij was dat deze ten tijden van de vangst nog niet beschreven waren. Deze dieren werden in het Cichlidarium gehuisvest, het door Willem gebouwde cichliden-onderkomen waarin oa. twee 4-mtr. bakken gereed stonden. Deze avonturen en het vervolg zijn na te lezen in de periodieken van de NVC. Één van de lessen die toen getrokken zijn, is dat deze dieren de nodige ruimte vereisen. Niet omdat ze zo agressief zijn, maar omdat ze graag wat rondscharrelen en daarnaast behoorlijk grote lummels worden. Er zijn exemplaren van wel 40 cm gemeten.

 

Naast de benodigde zwemruimte en een bodem waarin de dieren kunnen graven zijn schuilplaatsen nodig. In de broedtijd zien we de onderlinge tolerantie nml. snel dalen en vissen van dit formaat kunnen elkaar behoorlijk toetakelen. Een goede filterinstallatie spreekt voor zich. In navolging van de natuurlijke omstandigheden geven we deze dieren alkalisch hard water met lichte zouttoevoeging. Temp 27-28℃ . We moeten uitkijken dat we ze niet teveel voeren, vetzucht ligt op de loer. Alhoewel het van nature slakkeneters zijn, accepteren ze in het aquarium bijna alles dat we ze voorschotelen. Hengelsportzaken verkopen soms slakjes in diepvries-vorm. Onweerstaanbaar voor karpers maar natuurlijk ook prima voer voor A. amarillo.

 

Samenhouden met andere Cichliden is heel wel mogelijk, mits daar de nodige ruimte voor is. Omdat Laguna Xiloá slechts een paar honderd meter verwijderd ligt van het veel grotere Managuameer en omdat Laguna Xiloá hier ooit een open verbinding mee heeft gehad, bevinden zich in dit kratermeer ook vissen uit het Managuameer. Te noemen zijn Neetroplus nematopus, Parachromis dovii, Parachromis managuensis, Cribroheros rostratus, Cribroheros longimanus, Amatitlania siquia en Hypsophrys nicaraguensis, Archocentrus centrarchus. Kandidaten genoeg dus. Samenhouden met andere cichliden-soorten uit het Midas-complex is om voor de hand liggende redenen onverstandig.

 

Midas-cichliden zijn van groot belang voor de wetenschap omdat ze de unieke mogelijkheid bieden processen van soortvorming te bestuderen in zowel vergelijkbare als wel verschillende omstandigheden.

Stoplicht: 
Oranje
Herkomstgebied: