Chuco microphthalmus (GÜNTHER 1862)

Tekst Rene Beerlink, foto Stefan Roeleven
Etymologie: 

Microphthalmus betekent “met kleine ogen”. Een weinig passende naam, zo lijkt 't. Günther geeft in zijn eerstbeschrijving verder geen toelichting op de naam.

 

Referentie: 

Günther A. 1862. Catalogue of the fishes in the British Museum. Vol 4. blz 295

Literatuur: 

-- Breukelman H. et al. 2017. Expert advice on dealing with pollution in the rivers Las Vacas and Motagua in the vicinity of Guatemala City

-- Günther A. 1862. Catalogue of the fishes in the British Museum. Vol 4. blz 295

-- Stawikowski R. / Werner U. 1998. Buntbarsche Amerikas, blz. 406-407

-- Werner U. 2007. Heros Guttatus en enkele daarop gelijkende Midden Amerikaanse Cichliden, Cichlidae 33-2, blz 25 tm 33

-- Werner U. 2013. Chuco microphthalmus (Günther, 1862). DCG-Informationen 44-6, blz 150-152

 

Beschrijving: 

Chuco microphthalmus is één van de drie rheofiele soorten uit het geslacht Chuco, waarvan C. intermedium veruit het grootste deel voor zijn rekening neemt. Daarnaast zijn er twee soorten met een beperkt verspreidingsgebied. C. godmanni in het Noord-Oosten, welke waarschijnlijk hybridiseert met C. intermedium en ten slotte C. microphthalmus in het Zuid-Oosten, die een meer geïsoleerder gebied bewoont en tevens het onderwerp van deze beschrijving. Tot 2002 bestond er nog een vierde Chuco, maar deze is door Algayer (2002) omgedoopt in Tomocichla asfraci.

 

C. microphthalmus is te herkennen aan zijn meer doorlopende dorsale (horizontale) patroon. Bij C. intermedium en C. godmanni krijgt deze lengtestreep halverwege een meer verticale tendens waardoor de karakteristieke L-vorm of T-vorm ontstaat. Dit is bij C. microphthalmus dus niet het geval. De vierde en vijfde dwarsstreep bestaan vaak uit dubbele dunnere strepen. Naast een verschil in bandenpatroon is C. microphthalmus bovendien veel kleurrijker dan C. intermedium. Volwassen mannen vertonen blauw iriserende flanken.

 

Evenals C. intermedium is ook C. microphthalmus een vis uit het stromende water en evenals C. intermedium heeft ook C. microphthalmus ondanks deze duidelijke voorkeur toch enkele populaties in stilstaand water, zoals de populatie in Lago Amititlán net onder Guatemala Stad. In hoeverre de dieren uit het stilstaande water morfologisch verschillen met hun soortgenoten uit het stromende water is vooralsnog niet bekend.

 

In de natuur leven de dieren veelal onder minimalistische condities waarbij ze voortdurend energie verliezen in het stromende water. Zelfs stilstaan kost in dit habitat nog energie. Met hun eiwitarme voeding, welke voornamelijk uit algen bestaat houden ze ternauwernood voedingsstoffen over voor groei en ontwikkeling. Dit verklaart waarom wildvangdieren slechts zelden de 22 centimeter overschrijden terwijl deze dieren onder aquariumcondities zelfs meer dan 30 cm lang kunnen worden.

 

Herkomst: 
Mexico, Honduras.
Verspreiding: 

Het verspreidingsgebied van Chuco microphthalmus beperkt zich tot het stroomgebied van de Rio Motagua. Dit is een bijna 500 km lange rivier met vele zijarmen in het zuiden van Guatemala, vlak bij de grens met Honduras. De rivier ligt precies op het breukvlak van Noord Amerika en de Caribische plaat waardoor aardbevingen een normaal verschijnsel zijn in de regio. Het is niet uit te sluiten dat C. microphthalmus zelfs zijn ontstaan te danken heeft aan deze tektonische activiteit. Aardverschuivingen kunnen rivieren verleggen en zo populaties isoleren. Het is niet denkbeeldig dat de voorouders van C. microphthalmus op deze wijze van C. intermedium werden gescheiden.

 

De Rio Motagua ontspringt in de hooglanden van Guatemala waar hij ook wel Rio Grande wordt genoemd en loopt dan vervolgens eerst in Oostelijke richting, boven Guatemala Stad om vervolgens in Noordelijke richting af te wateren in de Golf van Honduras.

 

De rivier is momenteel (2019) zwaar vervuild. Slechts 5% van het rioolwater in Guatemala wordt behandeld. 95% wordt zó in de rivier geloosd. Daarnaast zorgen stortplaatsen langs de rivier voor grote gezondheidsrisico's. Verder stroomafwaards veroorzaken bananenplantages milieu-problemen. Ongeveer 40% van het water dat bij irrigatie wordt gebruikt, keert terug naar de rivier en veroorzaakt extra negatieve effecten op de waterkwaliteit. De problemen zijn zo ernstig dat dit inmiddels voor politieke spanningen met Honduras heeft geleid. Het is dus maar de vraag hoelang C. microphthalmus dit volhoud. Gelukkig is deze vis in staat het verder stroomopwaarts te zoeken, alhoewel ook hier een kanttekening geplaatst moet worden, want behalve milieuproblemen kampt het land nml. ook nog met aanhoudende droogte waardoor steeds meer bovenlopen droogvallen.

 

Bekende vindplaatsen zijn behalve de hoofdrivier Rio Motagua ook Rio Copan, Rio Jupilingo, San Francisco River, Rio Richuelo en Rio Amarillo (honduras).

 

Gedrag: 

Niet erg agressief. Jonge opgroeiende dieren vormen groepjes van zo'n 8 tot 15 dieren en staan gezamenlijk in de stroming. Ook de volwassen dieren zijn voornamelijk in het stromende water te vinden. Alleen tijdens de voortplanting zoeken de dieren rustiger water op.

 

Voedsel: 

Omnivoor maar voor het merendeel aangewezen op plantaardige bestanddelen zoals algen bladeren en vruchten. In het aquarium eten zij graag garnaal-achtigen, Mysis, artemia en krill. Het is echter verstandig rekening te houden met hun herbivore kant en ze tevens te voeren met plantaardige kost zoals sla, eendenkroost en spirulina.

 

Kweek: 

In het aquarium wordt C. microphthalmus laat geslachtsrijp, vaak pas in het tweede jaar. Maar ook in de natuur kwam Stawikowski voornamelijk uitgegroeide ouderparen tegen. Dit houd in dat geslachtsbepaling pas op latere leeftijd mogelijk wordt. Meestal zijn ze dan al tegen de 15 cm lang. De mannetjes krijgen dan een een stijler voorhoofd, langere vinnen en blauwglanzende flanken, met op iedere schub een paars-rode vlek. De vrouwtjes laten dan meer van hun verticale bandenpatroon zien en krijgen een donkere keel.

 

De baltsperiode en leg-voorbereiding duren lang. De dieren graven in de luwte van een grote steen, net zolang tot ze een geschikt vlak tegenkomen waarop ze hun eieren af kunnen zetten. In het centrum van deze kuil bevindt zich dan de legsteen. De relatief grote barnsteenkleurige eieren worden in los verband afgezet en bewaakt en bewaaiert door het vrouwtje (Stawikowski 1998). Het mannetje bewaakt in de tussentijd het territorium. Later, pas als de jongen vrijzwemmen, vertoont ook het mannetje de contrastrijke broedkleuren. Jongen zijn in het aquarium tot een lengte van 5 cm gevoelig gebleken. Daarna wordt de kans op uitval minder.

 

Aquarium: 

Rainer Stawikowski ving C. micophthalmus in snelstromend water, alkalisch (pH 8), maar relatief zacht (onder 10 GH en onder 10 KH). Probeer dat thuis maar eens na te maken. Gelukkig zijn de dieren niet erg kieskeurig wat betreft de chemie. Dat zijn ze wel als het om de kwaliteit van het water gaat. Het water moet voor deze dieren nml. absoluut zuiver, zuurstofrijk en vrij van stikstofverbindingen zijn. Dit is te realiseren door een krachtige filtering, stromend water en ruim en veelvuldig water verversen.

 

In de natuur leven de dieren in kleine groepen en ook dit is in een ruim aquarium relatief eenvoudig te imiteren, vooral ook omdat de intraspecifieke agressie bij deze soort laag is. Mininaal 6 dieren in aquaria vanaf 2 mtr. Inrichting met diverse maten rolstenen. Liever geen hout, dit om onnodige waterbelasting te voorkomen. Veel zwemruimte overlaten, maar met voldoende schuilplaatsen voor als de dieren zich bedreigd voelen. Temp. rond 25 C. In de natuur kunnen ze weliswaar bij lagere temperaturen voorkomen, maar dit is onder aquariumomstandigheden om diverse redenen af te raden.

 

Deze dieren zijn altijd hongerig, althans, zo lijkt 't. Ze grijpen alles waar ze de vinnen op kunnen leggen. In de natuur pakt deze opportunistische benadering goed uit omdat ze hier voornamelijk zijn aangewezen op een energiearm dieet. Dierlijk voedsel is hier een buitenkansje. In het aquarium echter, loert het gevaar op overvoeren. Voer daarom niet vaker dan 1 keer per dag en vermijd vet en eiwitrijk voedsel. Gevoelig voor “Bloat” dit is een spijsverteringsziekte waarbij de buik opzwelt. Meest gebruikte medicatie is hierbij is Metronidazol, maar voorkomen is beter dan genezen.

 

Op het internet zijn combinaties met soorten uit de geslachten Vieja, Cincelichthys en Oscura te vinden die klaarblijkelijk goed functioneren. Ook combinaties met niet-Cichliden zijn mogelijk zoals Astynaxen en grote zwaarddragers. Overigens, wanneer men het internet over deze soort raadpleegt is het verstandig ook eens te zoeken onder “micropthalmus”. Die ene “h” wordt nml. door veel auteurs weggelaten en men mist zo (vooral in fora) ongemerkt veel informatie bij zoekopdrachten.

 

Stoplicht: 
Oranje
Herkomstgebied: 
synoniemen: 

-- Heros oblongus (GUNTHER 1866). Oblongus betekent “lang”.

-- Cichlasoma güntheri (PELLEGRIN 1904). Vernoemd naar Albert Günther.

-- Cichlasoma milleri (MEEK 1907). Vernoemd naar Newton Miller.