Cribroheros altifrons (KNER 1863)

Tekst Rene Beerlink, foto Brian Traas
Etymologie: 

Cribroheros, deze naam is afgeleid van het Latijnse naamwoord crībrum, wat betekend zeef. Crībrō zelf betekend te ziften of zeef.  Heros, is held in het latijn. Deze naam is dan ook een toespeling op de manier van foerageren.

 

Altifrons betekent met hoog voorhoofd.

Referentie: 

Rudolf Kner en Franz Steindachner beschrijven deze vis in 1863 als Heros altifrons in “Ein Ubersicht der ichthyologische ausbeute der Hernn Professor Dr. Mor. Wagner in Central-Amerika”.

Literatuur: 

Hans A. Baensch, Dr. Rüdiger Riehl, 1987. Aquarien atlas band 2, blz 859

Beschrijving: 

Met zijn opvallend dikke, gele lippen en steile voorhoofd is de volwassen Cribroheros altifrons 'n opvallende verschijning en gemakkelijk van zijn neven en nichten te onderscheiden. Deze vis telt weliswaar 5 dwarsbanden, maar daar zijn er meestal maar 4 van te zien. De laatste is vaak niet meer dan 'n vlek op de staartvinbasis. De melanoforen in het onderste deel van de tweede dwarsband blijven meestal ingeschakeld en veroorzaken daar ook 'n typisch altifrons kenmerk, 'n driehoekig donkere buikvlek. Hetzelfde zien we (in mindere mate) op de derde en vierde dwarsband maar dan aan de bovenkant, tegen de rugvin. De vis op de foto vertoont opgesplitste dwarsbanden. Verder heeft de vis 'n meestal onduidelijke roze-bruine vlek op het bovenste deel van de kieuwdeksels.

Herkomst: 
Costa Rica, Panama
Verspreiding: 

Van Rio Térraba en de Coto drainages van costa Rica tot en met het Rio Chiriqui systeem in Panama. In langzaam tot sneller stromende wateren met altitudes tussen de 20 en 400 meter. Ze leven in rivieren en beekjes met 'n zandige, stenige bodem en boven de modderbodems van de luwere rivierbochten. Mogelijk is het verspreidingsgebied aanzienlijk groter dan op dit moment erkent wordt (Sam Borstein 2011)

Gedrag: 

'N redelijk rustige, benthisch levende cichlide. Ondanks het feit dat er geen aanwijzingen bestaan dat de soort in de natuur in sociale groepen leeft, wordt voor aquaria aangeraden de dieren in groepen, het liefst zelfs, grote groepen (minstens 6 dieren) te houden, omdat enkele, of individueel gehouden dieren erg agressief kunnen worden. De rangorde die dan ontstaat zorgt voor duidelijkheid en rust in het aquarium.

Voedsel: 

Omnivore zandzifter. Dit betekent dat ze voor hun voedselvoorziening 'n groot deel van de dag met de kop omlaag, zand aan 't doorkauwen zijn. Ze worden ook wel als "detritus-eters" omschreven, maar dat lijkt mij persoonlijk toch iets te beperkt uitgedrukt. De meeste cichliden hebben wel een bepaalde specialiteit om voedselarme periodes te overbruggen en het kan zijn dat Cribroheros altifrons dit met organisch materiaal van dubieuze herkomst doet, maar om de vissen daarom als detritiforen aan te merken gaat me toch iets te ver. De hoofdreden dat Cribroheros altifrons de hele dag met z'n kop in de modder staat zijn toch op de eerste plaats de larven en nimfen van diptera en Ephemeroptera. die hierin leven. De kop van de vis is hierop trouwens prima aangepast. Smal, spits toelopend en met dikke lippen. In het aquarium kunnen we de dieren echter behalve dierlijke kost, ook zo nu en dan plantaardige kost geven. Gekookte erwten schijnen ze erg lekker te vinden.

Kweek: 

Als de vissen wat ouder worden is het geslachtsverschil goed te zien. De mannetjes worden groter en krijgen 'n hoekig kopprofiel. In de broedtijd kleurt de keel en 'n deel van de buikregio (vooral bij de vrouwtjes) zwart. De vissen vertonen 'n opmerkelijk broedgedrag. Het zijn weliswaar open substraatbroeder, maar ze bedekken hierbij hun eieren met zand. Vervolgens gaan ze, in tegenstelling tot alle andere cichliden, niet boven hun eieren staan maar zo'n 20 tot 30 cm verder op. Waarschijnlijk brengen ze hiermee eierrovers op 'n dwaalspoor.

Aquarium: 

Rolkeien aquarium met 'n zandbodem. Bij voorkeur in een grote groep (zie gedrag). De minimum bakmaat voor zo'n groep is dan al gauw 2 mtr. Zinkend voedsel. Vlokkenvoer laten zinken door even met de vingers door het wateroppervlak te harken. Het is geen bewezen feit maar de veel voorkomende darminfecties van zandzifters (Amphilophus, Astatheros, Cribroheros, Thorichthys) kunnen wel eens te maken hebben met het feit dat ze in aquaria vaak gedwongen worden voedsel van het wateroppervlak te happen. Hierdoor kunnen ze grote hoeveelheden lucht en (kaamlaag)bacteriën in hun darmkanaal krijgen met alle gevolgen van dien. Gelet op de genoemde gevoeligheden is het ook beter wat vaker 'n beetje te voeren, dan soms heel veel. Verder zijn de dieren gevoelig voor slechte waterkwaliteit. Veel water verversen dus.

Stoplicht: 
Oranje
Herkomstgebied: 
synoniemen: 

Heros altifrons, Kner et al, 1863
Astronotus (Astronotus) altifrons, Eigenmann, 1893
Astronotus altifrons, Eigenmann et al, 1903
Heros (Heros) altifrons, Pellegrin, 1904
Cichlosoma altifrons, Regan, 1905
Astatheros altifrons, Jordan et al, 1930
Cichlasoma (Amphilophus) altifrons, Miller, 1966
Amphilophus altifrons, Kullander, 1996
Astatheros altifrons, Říčan et al, 2008
Cribroheros altifrons, Říčan et al, 2016