Cribroheros diquis (BUSSING 1974)

Tekst: Rene Beerlink, foto: Gernot Kunz
Etymologie: 

Cribroheros, deze naam is afgeleid van het Latijnse naamwoord crībrum, wat betekend zeef. Crībrō zelf betekend te ziften of zeef.  Heros, is held in het latijn. Deze naam is dan ook een toespeling op de manier van foerageren.

De naam “Diquis” verwijst naar de pre-Columbiaanse cultuur van Costa Rica die vooral bekend is geworden om zijn mysterieuze ronde sculpturen die overal in Costa Rica gevonden worden en waarvan de betekenis tot op de dag van vandaag onopgehelderd is gebleven.

Referentie: 

Bussing W. 1974. “Two new species of cichlid fishes, Cichlasoma sajica and C. diquis, from southeastern Costa Rica”. Revista de biologica Tropical. V.22. pp. 29-49.

Literatuur: 

Riehl R, Baensch H. “Mergus Aquarien Atlas” blz. 724-725.

Beschrijving: 

Deze vis onderscheidt zich door 'n opvallend lichte (strogele) lichaamskleur, spitse stevige snuit en onregelmatig bandenpatroon. Deze banden zijn op de bovenste helft van het lichaam meestal het duidelijkst aanwezig. Rugvin rood omzoomd. Lijkt veel op de C. alfari maar verschilt van deze door zijn lichtere kleur, geen of minder iriserende vlekken op de kop, maar bovenal door een donkere vlek direct onder de borstvinnen. De vis wordt niet zo groot, ongeveer 14 cm.

Herkomst: 
Costa rica, Nigaragua.
Verspreiding: 

In het gebied van herkomst een relatief algemene soort. Het is de tegenhanger van C. alfari die in Costa Rica voorkomt in rivieren die afwateren in de Atlantic. C. Diquis bezet deze niche aan de andere kant van deze bergrug en komt dus alleen voor in rivieren die uitmonden in de Pacific. Waarschijnlijk hebben de alfari en diquis dus een gemeenschappelijke voorouder die ooit door diezelfde bergrug van elkaar gescheiden zijn geraakt. De vis bewoont er middelmatige en langzaam stromende wateren met een altitude tussen de 10 en 700 meter. zand of modderbodem.

Gedrag: 

Benthopelagische zandzifter. Zie overige Cribroheros.

Voedsel: 

Zandzifter die het vooral op allerlei intervrebaten zoals wormpjes, kreeftjes, slakjes, insecten en hun larven heeft voorzien die in de bodem leven. Tijdens voedselarme periodes wellicht ook algen en organisch materiaal in de vorm van plantaardig en dierlijke detritus die hij uit de bodem zeeft.
 

Kweek: 

Geen kweekverslag bekent maar vermoedelijk als andere Cribroheros.

Aquarium: 

Deze vis heeft onder aquariumhouders tot dusver weinig populariteit genoten, want ondanks het feit dat het dier al in 1987 is ingevoerd, is er over de verzorging van C. Diquis nog weinig bekend. Een uitdaging voor liefhebbers met explorer-genen dus. Waarschijnlijk heeft groepsgewijze verzorging in ruime aquaria de voorkeur. Bijv. 3 koppels op 'n bak van 180.

Stoplicht: 
Oranje
Herkomstgebied: 
synoniemen: 

Cichlasoma lethrinus, Gosse, 1966
Cichlasoma alfari, Bussing, 1967
Cichlasoma diquis, Bussing, 1974
Amphilophus diquis, Kullander, 1996
Astatheros diquis, Říčan et al, 2008
Cribroheros diquis, Říčan et al, 2016