Cribroheros rostratus (GILL 1877)

Tekst Rene Beerlink, foto Gernot Kunz
Etymologie: 

Cribroheros, deze naam is afgeleid van het Latijnse naamwoord crībrum, wat betekend zeef. Crībrō zelf betekend te ziften of zeef.  Heros, is held in het latijn. Deze naam is dan ook een toespeling op de manier van foerageren. 

 

Rostratus betekent “snavelvormig”.

Referentie: 

Gill T.N., Bransford J.F.1877. “Synopsis of the fishes of Lake Nicaragua”. Proceedings of the Academy of Natural Science of Philadelphia. pp. 175-191.

Literatuur: 

Riehl R. Baensch H. Aquarien Atlas band 3. blz 746.

Beschrijving: 

Zijn unieke, ondefinieerbare grondkleur van goud, geel, brons met een vleugje olijf, bestrooit met talloze iriserende, blauwe spikkels maakt deze vis uit de Longimanusgroep tot een van de aantrekkelijkste cichliden van Midden Amerika.

 

De jeugd zwemt rond met een patroon van zes brede banden die op latere leeftijd zullen verdwijnen. Hiervoor in de plaats komt een grote donkere vlek midden op het lichaam die in tegenstelling tot A. longimanus (waar A. rostratus verwant aan is), nooit dmv een streep met het oog verbonden wordt.

 

In zijn herkomstgebied bewoont de vis uiteenlopende biotopen waardoor de soort in zijn morfologie nogal wat variatie vertoont. Grofweg onderscheid men een hoog gebouwde vorm uit de grote meren van Nicaragua en een slankere vorm uit de rivieren. L. max. 23 cm.

Herkomst: 
Nicaragua, Costa Rica
Verspreiding: 

Aan de Pacific-zijde van Nicaragua in de meren Managua, Massaya en Nicaragua en hun toelopen. Hier schijnt de vis echter niet erg algemeen voor te komen. Het lijkt erop dat de vis beter is aangepast aan riviersystemen waar deze vis het liefst de uiterwaarden bewoont.

In dit soort biotopen, tussen de 0 en 200 meter altitude, vind men de vis aan de Atlantische zijde, in de rivierbekkens van de Rio San Juan en Rio Matina. A.rostratus deelt hier in Costa Rica zijn habitat met A. septemfasciatus, A, nigrofasciatus, H. nicaraquensis, N. nematopus, A. alfari, T.Tuba en P. dovii.
 

Gedrag: 

Bentopelagische zandzifter die vanwege zijn vorm en leefwijze overeenkomsten vertoont met leden uit het Z-Amerikaanse geslacht Geophagus. Mild agressief en dan vooral gericht op de eigen soort.

Voedsel: 

Allerlei insecten en hun larven. Daarnaast worden ze in de literatuur ook vaak genoemd als “detrituseters”. Dit betekent dat ze allerhande organisch materiaal van dierlijke en plantaardige herkomst uit het zand zeven.

Kweek: 

Open substraatbroeder. De dieren groeien langzaam en het duurt vaak 2 jaar voordat de dieren geslachtsrijp zijn. Ze zijn dan zo'n 10 cm groot en de geslachten zijn dan nog moeilijk te onderscheiden. Mannetjes worden iets groter, bezitten een hogere rugvin met meer vlekjes en krijgen op latere leeftijd vaak een voorhoofdsbult of een aanzet daartoe. In de paartijd worden beide geslachten donkerder en krijgen dan een donkere keel. Het mannetje schud dan soms heftig met zijn kop. De eitjes zijn klein. Larven worden in kuilen of tussen stenen gehoed maar de band tussen ouders en jongen is minimaal.

Aquarium: 

Groepsgewijs, het liefst met dieren die samen zijn opgegroeid, in aquaria vanaf 2 mtr. Niet te groot zinkend voedsel, ook plantaardig. Met het oog op zijn natuurlijk foerageergedrag, is een zandbodem een absolute must. Wat een modderbad is voor een varken is een zandbodem voor een Rostratus. Ze overleven het wel zonder, maar hun natuurlijk gedrag krijgen we dan niet te zien. Dus, geef je Rostratussen een zandbodem en eet biologisch vlees;)

 

Water, middelhard tot hard. De temperatuur-tollerantie is hoog. W. Bussing meldt in zijn “Freshwater fishes of Costa Rica” temperaturen tussen de 23 en 34C. Voor het aquarium zou ik zo'n 26-28C aanhouden. PH. 7-8. gedempt licht. Mede vanwege de genoemde fourageergewoonte is een sterke filtering gewenst. Is goed samen te houden met andere cichliden, zalmen en de wat groter wordende levendbarenden.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: 
synoniemen: 

Heros rostratus, Gill et al, 1877
Astronotus (Astronotus) rostratus, Eigenmann, 1893
Cichlasoma (Cichlasoma) rostratum, Jordan et al, 1896
Astronotus rostratus, Eigenmann et al, 1903
Thorichthys rostratus, Meek, 1904
Cichlosoma rostratum, Regan, 1905
Cichlasoma (Thorichthys) rostratum, Meek, 1907
Astatheros rostratus, Jordan et al, 1930
Cichlasoma (Amphilophus) rostratum, Miller, 1966
Amphilophus rostratus, Kullander, 1996
Astatheros rostratus, Říčan et al, 2008
Cribroheros rostratus, Říčan et al, 2016