Cryptoheros cutteri (FOWLER 1932)

Tekst Rene Beerlink, foto Michael Kwist
Etymologie: 

Deze vis eert de toenmalige president Victor M. Cutter die aan het hoofd stond van een van de eerste en grootste conglomeraten ter wereld  “The United Fruit Company” tegenwoordig beter bekent onder de naam “Chiquita”. De vernoeming is een bescheiden erkenning voor zijn diepe interesse in neotropische dierkunde, en zijn hartelijke steun aan de Academie bij talloze gelegenheden. Aldus Henry W. Fowler.

Referentie: 

Fowler H. 1932. "Notes on fresh water fishes from Central America". Proceedings of the Academy of Natural Sciences of Philadelphia. (84); pp.379-385

Literatuur: 

Rico Morgenstern 2012. Cichliden von A bis Z, Deutsche Cichliden-Gesellschaft, blz 232 tm 236.

Beschrijving: 

C. cutteri werd jarenlang als synoniem beschouwd van C. spilurus. Robert Allgayer was de eerste die C. cutteri weer als zelfstandige soort erkende. Dit gebeurde in 1994 bij de beschrijving van C. nanoluteus, toen nog onder de oude geslachtsnaam Archocentrus.  Het zou echter nog enkele jaren duren voordat ook de wetenschap deze status opnieuw valideerde. (Schmitter en Soto 2007).

 

C. cutteri is een klein blijvende cichlide. Mannetjes tot 12, vrouwtjes 9 cm. De dieren uit Lago Yojoa echter, worden aanmerkelijk groter, tot zo'n 15 cm. De vissen variëren zó sterk in kleur en tekening dat het nauwelijks is voor te stellen dat we met één soort van doen hebben. Deze variatie wordt niet alleen bepaald door lokale erfelijke factoren, maar wordt ook in grote mate beinvloed door leeftijd, huwelijkse staat en niet te vergeten, het humeur.

 

Die tekening bestaat in de basis uit zeven banden waarbij de eerste naar voren gekanteld en de tweede en soms ook de vierde vaak onvolledig, niet of vaag te zien zijn. Het bandenpatroon van oudere mannetjes bestaat vaak uit niet meer dan één ronde zwarte vlek boven een wijnrood lichaam. Deze laatste kunnen ook een voorhoofds-welving ontwikkelen. Bij de vrouwtjes ontbreekt het rood. Zij vertonen daarentegen vaak meer geel. In de paartijd krijgen de vrouwtjes een donkere buik en komt het bandenpatroon duidelijker naar voren.

Herkomst: 
Guatemala, Honduras, El Salvador
Verspreiding: 

C. cutteri komt waarschijnlijk in alle rivierbekkens van Honduras die uitmonden in de Atlantische Oceaan voor. Aan de Pasific-zijde is zij in de Rio Choluteca aangetroffen (Matamoros 2009). In de meest uiteenlopende wateren, van Lake Yojoa tot aan de kleinste restwaterpoeltjes tot zo'n 300 mtr hoogte. Ze bewoont er bij voorkeur de ondiepere zones met voldoende beschutting Het water is in sommige Hondurese habitats  extreem zacht maar de PH ligt meestal boven neutraal (Artigas 2007). De gemeten temperaturen zijn in Honduras relatief laag 21- 26 C met uitzondering van het habitat in Lago Yoyoa met een gemiddelde van 29 C. (Rico Morgenstern 2012).

Gedrag: 

In één woord. “Klein maar dapper”. De manier waarop deze vissen tussen veel grotere bakgenoten hun jongen weten groot te brengen dwingt respect af. Buiten de paartijd vreedzaam naar andere vissen, maar de mannetjes kunnen elkaar onderling ook buiten het huwelijk nog hevig beconcurreren.

Voedsel: 

Omnivoor. Allerhande kreeftjes, insecten en hun larven, maar ook detritus en algen, dus het is goed om ze ook zo nu en dan eens plantaardige kost te geven. Spirulina, gekookte erwten of met gekookt water overgoten sla bijv.
 

Kweek: 

Cryptoheros cutteri is met 6 cm geslachtsrijp en plant zich in zijn natuurlijke habitat voort tijdens het droge seizoen van December tot Mei. De tot 200 eieren worden afgezet in een hol of een andere beschutte plaats. Ze staan vaak vermeld als holenbroeders maar ze zijn wat dat betreft niet streng in de leer. De eieren komen na drie dagen uit en na nog eens zes dagen zwemmen de jongen vrij. De jongen blijven dicht bij de moeder terwijl de vader het territorium verdedigd.

 

Het rondleiden van de jongen is een waar spektakel. Als een vliegdekofficier op een carriër vlaggen de ouders naar hun jongen. Dit doen ze met hun borstvinnen. En deze aanwijzingen worden nauwgezet opgevolgd want wie dit nalaat verminderd zijn overlevingskansen. Selectie op discipline dus en dat is te zien, want de jongen van C. cutteri blijven opvallend compact, dicht bij hun ouders.

 

Vaders verdedigen hun jongen met heroïsch temperament. Het is een fascinerend schouwspel om te zien hoe ze hun kroost tegen veel grotere bakgenoten succesvol weten te verdedigen. De opofferingsgezindheid lijkt daarbij groter dan bij de andere M. A. Cichliden (Artigas 2007). De ouders voeren hun jongen door met hun buik en borstvinnen het zachte bodemsubstraat op te laten dwarrelen, waarin de jongen zich tegoed doen aan het opgewervelde voedsel.

Aquarium: 

Cryptoheros cutteri is een oude bekende in de aquariumhobby. De eerste berichten in Europa dateren van 1933. Toen nog onder de naam Cichlasoma cutteri (Stawikowsky 1998). Na de oorlog verdween hij 'n poosje. Nadat de vis in 1986 opnieuw werd ingevoerd werd hij daarna regelmatig door aquariumhouders naar Europa gebracht.  Een meterbak volstaat voor één koppel. Meerdere koppels vanaf 140 cm. Het water moet beslist zuiver zijn. Dus vaak water verversen en een goede filtering. Goed samen te houden met middelgrote cichliden zoals Rocio, Hypsophrys of Astatheros-soorten, maar een combinatie met levendbarende tandkarpers of zalmen is wellicht nog mooier. Ivm. de kans op hybridisatie is het samenhouden met andere Cryptoheros-soorten minder aan te bevelen.
 

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: 
synoniemen: 

Cichlasoma cutteri, Fowler, 1932
Archocentrus cutteri, Allgayer, 1994
Cryptoheros spilurus, Allgayer, 2001