Herichthys labridens (PELLEGRIN 1903)

Tekst: Alex Becker - foto: Rusty Wessel
Etymologie: 

Herichthys verwijst vaar de verwantschap aan het vissengeslacht heros, labridens samentrekking van de woorden labrum (lip) en dens(tand) beiden woorden komen uit het Latijn. Bij deze vissen zijn de tanden duidelijk zichtbaar in de bovenlip.  

Referentie: 

Pellegrin, J. 1903. 'Description de Cichlidés nouveax de la collection du Muséum'; Bulletin du Musée National d'Histoire Naturelle 9; pp. 120-125.  

Literatuur: 

NVC Cichlidae 35-6 2009 (Juan Miguel Artigas) NVCweb Rusty Wessel: Ri­o Pánuco (Cichliden uit Midden-Amerika) verslag lezing NCD 2009 door Melchior de Bruin  

Beschrijving: 

Voor een uitgebreide beschrijving: zie het artikel van Juan Miguel Artigas in het NVC-periodiek van december 2009.  

Herkomst: 
Mexico  
Verspreiding: 

Huasteca Potosina, México; het stroomgebied van de Ri­o Pánuco. Er zijn verschillende vormen; de lacustriene vorm bewoont de bronnen die zijn gelegen in de vallei van de Rio Verde, de fluviatiele vorm komt voor in de Ri­o Verde en de Rio Santa Maria.  

Gedrag: 

H. labridens, in de hobby veelal de gele labridens genoemd, is (uiteraard) geel van kleur, maar kleurt tijdens de broedverzorging voor een deel (keel en staartwortel) diepzwart. De mannetjes van H. labridens kunnen een grootte van maximaal 20 cm bereiken; vrouwtjes blijven met maximaal 15 cm iets kleiner. Exemplaren van deze grootte worden echter zelden in de natuur aangetroffen, wellicht zijn ze dan al door predatie van vogels of andere vissen opgegeten. Geslachtonderscheid is moeilijk vast te stellen; vrouwtjes hebben een wat rondere buikpartij. Onderzoek van de genitale papil kan uitkomst bieden bij het seksen van de exemplaren. Deze vissen kunnen relatief agressief zijn en bewonen voornamelijk de onderste waterlagen; zij laten daarbij hun medebewoners met rust, mits zij voldoende ruimte hebben. Pas wel op voor het houden van H. labridens met andere Herichthys-soorten (zoals H. carpintis) daar dit tot hybridisatie kan leiden, wat ook is waargenomen hun natuurlijke omgeving. De vis op de linkerfoto hierboven is een natuurhybride van deze twee soorten. Op dit moment wordt H. labridens regelmatig bij de gespecialiseerde vakhandel aangeboden.  

Voedsel: 

Alleseter, waarbij de vissen een voorkeur hebben voor dierlijk voedsel.

Kweek: 

Laat een groep halfwas exemplaren opgroeien en wacht af totdat zich hieruit een koppel vormt. Je kunt natuurlijk ook een koppel aanschaffen, maar dat biedt geen garantie dat dit koppel zich laat verleiden tot broedgedrag in jouw aquarium. In de natuur planten zij zich het gehele jaar voort; dit komt omdat de bronnen een constante hoge watertemperatuur hebben. De fluviatiele variant plant zich tussen begin maart en eind juni voort. Legsels kunnen zeer groot zijn en worden gedurende meerdere weken door de ouders verzorgd. De jongen worden voorzien van voedsel doordat de ouders het zand van de bodem laten opdwarrelen. Hierdoor ontstaat er een wolk van stof met daarin allerlei eetbare deeltjes. Dit gedrag zie je bijvoorbeeld ook bij Neetroplus nematopus. Beide ouders doen mee aan de broedverzorging, waarbij het mannetje vooral het territorium bewaakt tegen indringers.  

Aquarium: 

Het aquarium moet over voldoende zwemruimte beschikken zodat H. labridens zijn typische baltsgedrag kan vertonen. Dit aquarium moet minimaal een inhoud hebben van 400 liter. Ingericht met rolkeien, kienhout en eventueel wat planten (vertegenwoordigers uit het geslacht Nymphaea, de waterlelies) Temperatuur tussen de 25 en 28 graden Celsius. Het water moet relatief hard zijn, zodat deze vissen zich op hun gemak voelen. Bodemsubtraat moet fijn zijn zodat de vissen het zand kunnen zeven op eetbare deeltjes.  

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: 
synoniemen: 

Heros (Cichlasoma) labridens, Pellegrin, 1903
Cichlasoma (Cichlasoma) labridens, Pellegrin, 1904
Cichlosoma labridens, Regan, 1905
Parapetenia labridens, Jordan et al, 1930
Cichlasoma (Parapetenia) labridens, Taylor et al, 1983
Herichthys labridens, Kullander, 1996
Nandopsis labridens, Burgess, 2000
Nosferatu labridens, De la Maza Benignos et al, 2014