Parachromis multifasciatus (REGAN 1905)

Tekst Rene Beerlink, foto Jan Fioole
Etymologie: 

Multi betekent “meer” en fasciatus “gestreept”. Dus, méér strepen, refererend aan de dwarsbanden die bij de zustersoort P. friedrichsthalii beduidend minder nadrukkelijk aanwezig zijn.

Referentie: 

Regan C. 1905. A revision of the fishes of the American cichlid genus Cichlosoma and of the allied genera

Literatuur: 

-- Artigas J. 2018. Profiel pagina Parachromis multifasciatus, Cichlidroom

-- Baensch H/ Riehl R. 1992. Aquarien Atlas Band 2, blz 869

-- Barrientos C. 2005. Fish Abundance and community composition in native and non-native Littoral Aquatic at Lake Izabal

-- Bussing W. 1989. Cichlasoma loisellei, a new nandopsis group Cichlid Fish from Central America

-- Heckel J. 1840. Johann Natterers neue Flussfische Brasiliens nach den Beobachtungen und Mittheilungen des Entdeckers beschrieben

-- Miller R. 2002. Freshwater Fishes of Mexico, blz 372

-- Morgenstern R. 2018. Fishes collected by Emanuel Ritter von Friedrichsthal in Central America between 1838 – 1841

-- Regan C. 1905. A Revision of the Fishes of the American Cichlid Genus Cichlasoma and of the Allied Genera

-- Stawikowski/Werner 1998. Die Buntbarsche Amerikas band 1, blz 374 tm 375

-- Tobler M. 2005. Feigning death in the Central American Cichlid Parachromis friedrichsthalii. Journal of Fishbiology

Beschrijving: 

De associatie met een zak patat was nooit ver weg bij deze vis. Deze onwaarschijnlijke koppeling werd veroorzaakt doordat deze vissen op fora jarenlang met de notabele naam “Friedjes” werden aangeduid. Maar dat is nu verleden tijd. De naam Friedrichsthalii, waar de bijnaam aan te danken was, is nu nml. aan een andere Guapote toegekend. Het gebeurt niet vaak dat het bestuderen van een reisverslag tot naamsverandering van een diersoort leidt, maar dat is precies wat hier is gebeurt. Rico Morgenstern ontdekte dat Emanuel Friedrichsthal, de man naar wie deze vis vernoemd was, nooit op de typelocatie van deze vis kon zijn geweest. Zodoende werd er een eerder, tot synoniem verklaarde naam, van stal gehaald en werd de vis in 2018 omgedoopt in Parachromis multifasciatus.

 

En deze soortnaam staat de vis letterlijk op het lijf geschreven. Het is nml een verwijzing naar de nadrukkelijk aanwezige verticale strepen en dat is precies waarin deze Parachromis zich onderscheidt van de andere Parachromis-soorten. Bij die laatsten ligt het accent vaak meer op de laterale, horizontale streep, of een vlekkenpatroon dat het gehele lichaam bedekt. En er valt nóg iets bijzonders over deze dwarsbanden op te merken. Bij sommige exemplaren splitsen de zeven brede banden zich op in smallere, vaak in het midden nog verbonden, waardoor er een patroon van letters kan ontstaan. Zo staat er op Cichlidroom een foto van een exemplaar met het woord “HAIR” op de flanken.

 

Deze carnivoor heeft een iets minder gestrekt lichaam dan de andere Parachromis-soorten en wordt in de natuur hooguit 23 cm lang. In een aquarium kan hij echter de 30 cm aantikken. Twee strepen vanuit het oog, schuin naar beneden, geven het dier soms een wat droevig uiterlijk. De vis heeft een mooie goudgele basiskleur. Ze worden geler naarmate ze ouder worden, vooral de vrouwtjes. De rugvin is voorzien van een blauwe zoom en sommige varianten (Cenote Aktun-Ha) hebben een wat groenige onderkant, waarbij de aarsvin, buikvinnen en een stuk van de staart groen iriserende kleuren kunnen vertonen. In Mexico noemen ze deze vis trouwens “Guapote” wat zo iets als “lekker ding” betekent, dat weer voor meerderlei uitleg vatbaar is.

Herkomst: 
Mexico. Belize, Guatemala, Honduras
Verspreiding: 

Het verspreidingsgebied van P. multifasciatus, de meest Noord-Westelijke soort, is het grootst van alle Parachromis-soorten, maar hoe groot exact, is nog niet zo gemakkelijk te bepalen. De West-grens is duidelijk, die ligt aan de Atlantische zijde van Zuid Mexico, in de Rio Tonolá (Artigas 2018). Gaan we van hieruit Oostwaarts, dan passeren we eerst de uitgestrekte Rio Grijalva en Usumacinta stroomgebieden. Ietsjes verder de Rio Candelaria, uitmondend in de Laguna Términos (Stawikowski/Werner 1998). Van daaruit naar de meest Noordelijke locatie in Yucatan waar deze soort in de cenote Escondido (Artigas 2018) is aangetroffen. Vervolgens weer naar beneden, over de grens met Belize naar White Water lagoon.

 

Dan steken we de grens over met Guatemala, naar de Typelocatie van P. multifasciata, Lake Petén (Regan 1905). Nog wat dieper in Guatemala passeren we de Rio Pasion en de Rio Subin, maar dan wordt het wat ingewikkelder. In het Zuid-Oosten van Guatemala ligt een verspreidings-barrière in de vorm van een dubbele bergketen met daartussen lake Izabal. In dit meer komt P. multifasciatus, in tegenspraak met sommige literatuur (oa. fishbase) waarschijnlijk niet voor. Al was het maar omdat hier Parachromis managuensis is uitgezet. Mocht die laatste de eerste niet opeten of weg concurreren dan hybridiseert hij er wel mee, zoals in het mondingsgebied van de Rio Usumacinta (Miller 2002). Ook een inventarisatie van Barrientos 2005 toonde de soort in Lake Izabal niet aan.

 

Verder naar het Oosten komen we in de Rio Motagua. Ook dit is een vrij onwaarschijnlijke vindplaats omdat dit de typelocatie van Parachromis motaguensis is. Maar gaan we nóg verder Oostelijk, over de grens met Honduras, dan worden in de literatuur (van West naar Oost) De Rio Ulua, Rio Danto, het Yoyoa-meer en zelfs de Rio Coco (grensrivier met Nicaragua) genoemd. Ergens in dit gebied begint het verspreidingsgebied van P. friedrichsthalii. De vis uit de rio Danto is de ons aller wel bekende "La Ceiba" variant, een variant die veel in aquaria gehouden wordt of moeten we deze vis al P. friedrichsthalii noemen? Eens te meer blijken grenzen in de biologie maar moeilijk te trekken. Meer onderzoek zal hier uitkomst moeten bieden.

Gedrag: 

Rustige laaglandpredator die zijn kansen afwacht. Door aquariumhouders nogal eens als “onvoorspelbaar” betiteld. Iets dat wellicht te maken kan hebben met onverwachte koppelvorming of juist scheidingen van broedparen. Dit soort gebeurtenissen hebben doorgaans nogal impact op de gemoedstoestand van een aquariumpopulatie. Ook kan het voorkomen dat de dieren schuw reageren maar dit is meestal van voorbijgaande aard.

Voedsel: 

Carnivoor die behalve kleine visjes ook insecten en hun larven eet. P. multifasciatus gaat in de natuur niet actief op jacht, maar wacht rustig zijn kansen af. Op het moment dat er een prooidier in de buurt komt, zuigt hij deze door krachtige uitstulping van de kaken naar binnen. Michi Tobler heeft in Cenote Escondido een bijzonder foerageergedrag waargenomen bij Parachromis multifasciata. De Vissen gingen (als waren ze dood), op de bodem liggen. Hier bleven zij roerloos op hunkant liggen om de nieuwsgierigheid van prooidieren te wekken. Zodra één van hen zich voor de bek van de P. multifasciatus waagde, sloeg hij toe. Dit noemen we “death feigning hunting strategy” of te wel “dood veinzende jachtstrategie” en werd al eerder gedocumenteerd bij Afrikaanse Cichliden (Nimbochromis livingstonii).

Kweek: 

Parentale substraat-broeder. In de natuur hebben deze dieren een lang broedseizoen. Dit begint in April maar kan tot in Oktober doorlopen (Artigas 2018). ± 800 oranje eieren worden op een horizontaal van te voren gepoetst oppervlak afgezet. Het vrouwtje bewaakt de eieren en jongen, het mannetje het territorium. Het zijn goede ouders. Ook in een aquarium komen deze dieren gemakkelijk tot voortplanting. Geslachtsverschillen zijn duidelijk te zien. Mannetjes zijn soms wel een kwart groter dan vrouwtjes. Vrouwtjes zijn geler. Opfok is gemakkelijk met artemia en later cyclops. De jongen eten nogal eens van de slijmhuid van hun ouders. Dit wordt “contacting” genoemd en betekent dat er meer gevoerd moet worden of dat we het nest moeten verkleinen.

 

Aquarium: 

In 1914 werden reeds enkele exemplaren van deze soort ingevoerd, maar verdwenen ook weer net zo snel als dat ze gekomen waren. Niet verwonderlijk want er bestond ten tijde van die eerste import nog geen enkele ervaring met het houden van Cichliden, laat staan dit soort grote carnivoren. Eind jaren 70 werd de soort voor 't eerst gekweekt in Amerika en begin jaren 80 werd de soort opnieuw ingevoerd in Europa, maar wel onder 'n verkeerde naam. Men dacht met P. managuensis van doen te hebben. Het heeft dan ook enige tijd geduurd voordat de vis zijn huidige naam kreeg maar garanties dat dit zo blijft zijn bij Midden Amerikanen niet veel waard. Bekende aquariumvarianten zijn Rio Chocoljah (Corzo), Pantanos de la Centla (Tabasco), Rio Hondo (Belize).

 

Deze dieren komen het best tot hun recht in koppels. Voor méér dan één koppel zal uw aquarium al gauw te klein zijn. Laat u niet misleiden door filmpjes van P. multifasciatus in overbevolkte bakken. Deze beelden zijn veelal afkomstig uit Amerika, waar ze andere maatstaven hanteren dan in Europa. Overbevolking veroorzaakt idd. apathisch gedrag. We gaan er echter vanuit dat de gemiddelde Cichlidenliefhebber niet gefascineerd raakt van 'n pot rolmopsen, maar juist Cichliden houd vanwege het boeiende natuurlijk gedrag dat ze vertonen. Daarvoor zal u ze de ruimte moeten geven. Minimaal 2 meter voor 'n koppel. Essentieel daarbij zijn schuilplaatsen voor het vrouwtje, waarin ze ten tijden van verminderde vruchtbaarheid kan schuilen.

 

Combineren met andere Cichliden is goed mogelijk. Dit moeten dan wel enigszins robuuste, dan wel pittige soorten zijn zoals Vieja bifasciata, V. fenestrata, V. maculicauda, V melanurus, Mascaheros argenteus, Mayaheros urophthalmus, Rocio octofasciata of Trichromis salvini. Niet samenhouden met andere Parachromis-soorten, ook niet met kleinere bijvissen zoals Astyanax-soorten, deze worden hoogstwaarschijnlijk geconsumeerd. Beplanting is in combinatie met veel van de hiervoor genoemde soorten niet mogelijk, maar wanneer u de soort toch alleen houd zeker het overwegen waard. In principe laat P. multifasciatus de beplanting met rust, althans hij eet ze niet op. De uitdaging zit 'm er vooral in “hoe houd ik ze met de wortels in de bodem?” Wellicht dat hier goed verankerde stenen bloempotten een dienst kunnen bewijzen. Watersamenstelling niet van belang, temp 24 tot 29 C.

Stoplicht: 
Oranje
Herkomstgebied: