Vieja hartwegi (TAYLOR & MILLER 1980)

tekst: Jan Fioole - foto: Jan Fioole
Etymologie: 

Vieja is een door de lokale bevolking gebruikte naam voor dit soort hoog gebouwde sterke vissen en betekend `vrouwelijk´ of `oude vrouw´ dat refereert aan de plaatselijke gebruiken dat de vrouwen voor de kinderen zorgen. 

 

Hartwegi: genoemd naar Norman Hartweg, conservator van de reptielenverzameling bij het Natural History Museum van de Universiteit van Michigan.  

Referentie: 

Taylor, J.N. & R.R.Miller. 1980. Two new cichlid fishes, genus Cichlasoma, from Chiapas, México. Occ.Pap.Mus.Zool.Mich. 693: 1-16  

Literatuur: 

Fioole, J. 2006. Vieja hartwegi, Cichlidae (NVC) 32(3): blz 49-52
Geerts, M. 2001. Inheemse Zuidamerikaanse cichlidennamen, Cichlidae (NVC) 27(3): blz 57-62  

Beschrijving: 

Vieja hartwegi is een vrij gestrekte cichlide die sterk doet denken aan een nauwe verwant, V. bifasciatus. De laatste wordt alleen een stuk groter, te weten ongeveer 35 cm, terwijl Vieja hartwegi niet veel groter wordt dan 25 cm. Karakteristiek voor deze soort is de licht onderstandige bek en het melaninepatroon dat de beide flanken siert. Dit patroon bestaat, afhankelijk van de gemoedstoestand van de vis, uit één enkele zwarte vlek of uit een stel onregelmatig gevormde vertikale banden. Deze worden slechts zelden doorkruist door een horizontale streep. Typisch voor deze soort zijn ook de twee, van oog tot oog lopende, zwarte strepen op het voorhoofd en de zwarte, halfronde band op het achterste gedeelte van de beide kieuwdeksels. Exemplaren van Vieja hartwegi worden geslachtsrijp zodra zij een leeftijd van ongeveer negen maanden en een lengte van ongeveer 10 tot 14 cm bereikt hebben. De mannelijke exemplaren tonen dan op een metaalachtig tot gele ondergrond een patroon van heel fijne, rode stippen, terwijl het bereik van de keel rood van kleur is. Geslachtsrijpe vrouwtjes kunnen worden herkend aan de donkere keel en onderbuik. Veelal hebben zij zwarte dwarsbanden, die naar de buik toe samensmelten. Exemplaren van deze soort die in een agressieve bui verkeren, vertonen soms een lichte, crèmekleurige kop en dito rug. Omdat het buikbereik dan vaak donker van kleur wordt, krijgen de dieren een zeer bijzonder uiterlijk.  

Herkomst: 
Mexico  
Verspreiding: 

De Ri­o Grande de Chiapa, onderdeel van het stroomgebied van de Ri­o Grijalva.  

Gedrag: 

Tijdens de broedzorg veranderen beide seksen geheel van kleur. De dieren laten dan een donkere buikpartij zien en verticale banden die tot halverwege de rug reiken, terwijl ook de lippen donker worden. De dwarsbanden op het voorhoofd worden veel prominenter en het lichaam neemt een cremeachtige tot witte kleur aan, terwijl een groot aantal, op het achterste deel van de rug gelegen, schubben een gouden glans vertoont.

Voedsel: 

Deze soort kan het beste met ballastrijk voedsel gevoerd worden, zoals bijv. mysis, krill, garnalen en mosselen, uiteraard mag groenvoer in de vorm van spirulina-pellets of -vlokken niet ontbreken.  

Kweek: 

De verzorging van zowel het legsel als het jongbroed vindt plaats op dezelfde wijze als die welke we kennen van de meeste Midden Amerikaanse cichliden. Het lijkt mij niet nodig daar dieper op in te gaan.

Aquarium: 

Naar mijn mening is een aquarium met een lengte van minimaal 150 cm, een breedte van 50 cm en een hoogte van 50 cm absoluut noodzakelijk om deze vissen verantwoord te kunnen houden. Het is raadzaam om zo'n aquarium te voorzien van een zandbodem vermengd met kiezelstenen en kleine rolkeien (formaat walnoot). Verder moet de bak enkele grote rolkeien en stukken kienhout bevatten, zodat er op een min of meer natuurlijke manier territoria ontstaan. Vertegenwoordigers van deze soort moeten, indien mogelijk, worden gehouden in het gezelschap van niet al te agressieve cichliden. Soorten die ook in hun natuurlijke omgeving worden aangetroffen, in dit geval Vieja breidohri en Chiapaheros grammodes verdienen dan ook de voorkeur.  

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: 
synoniemen: 

Cichlasoma hartwegi, Taylor et al, 1980
Paratheraps hartwegi, Allgayer, 1989
Vieja hartwegi, Allgayer, 1991
Paraneetroplus hartwegi, McMahan et al, 2010