Astronotus crassipinnis (HECKEL, 1840)

tekst: Alex Becker - foto: W. Staeck
Etymologie: 

Etymologie   Astronotus = met een sterachtige tekening (vanuit het Grieks, astros = ster, notos = achterste gedeelte. Met wat fantasie zou je in de vlektekening van de vis een ster kunnen herkennen. Crassipinnis uit het Latijn crassus (dik, vet) en pinnis (vin)

Referentie: 

Annalen des Wiener Museums 2 (1); p 357-360

Literatuur: 

NVC Cichlidae 31-2 (W. Staeck)

Beschrijving: 

Het geslacht Astronotus bestaat op dit moment uit 2 soorten: A. ocellatus en A. crassipinnis. De bekendste en het meest gehouden is de A. ocellatus, in de volksmond Pauwoogcichlide (de ogen die zichtbaar zijn in de staart en rugvin) genoemd. Ontbreken deze dan hebben wij te maken met de A. crassipinnis. Deze aquariumvis ontleent zijn populariteit in mijn beleving aan zijn zeer attractieve juveniele kleurtekening, een witte marmertekening op een donkere ondergrond. Helaas groeit deze vis uit tot een rover van 30 cm. Deze vis wordt gekweekt in diverse kleurvariëten, waarvan de rode variant, de Red Oscar, wel het bekendst is. Geslachtsverschillen zijn er niet, hooguit zal het vrouwtje wat kleiner zijn. Dit maakt het sexen van de vissen moeilijk en het kopen van een koppel tot een hachelijke onderneming.

Herkomst: 
Zuid-Amerika
Verspreiding: 

Rio Paraguay, Villa Maria and Caisara, Rio Guaporé near Matogrosso, Rio Negro, Rio Branco.

Gedrag: 

Een rustige vis die gehouden moet worden in een ruim bemeten aquarium.Het aquarium moet ruim voldoende zijn voorzien van schuilplaatsen en een dikke laag zand. Deze vissen graven en houden ervan hunleefomgeving aan te passen aan hun specifieke wensen.

Voedsel: 

Het zijn alleseters; kleine visjes eindigen onherroepelijk als voedsel. Pellets, vlokken en diepvries wordt gretig genomen. Het zijn slordige eters, je ziet vaak een gedeelte van het voedsel weer door de kieuwen naar buiten verdwijnen. Een goede filterinstallatie is onontbeerlijk.

Kweek: 

Het moeilijkste is nog: hoe verkrijg ik een koppel. Neem een bewezen koppel over of nog leuker laat zich zelf een koppel vormen uit een groep juvenielen die je zelf heb groot gebracht. Pauwogen zijn open substraatbroeders en als het klikt tussen de ouderdieren zal er na het baltsgedrag de eieren op een substraat (steen, hout) worden afgezet. Beide ouders houden zich bezig met de broedzorg. De verzorging van zowel het legsel als het jongbroed vindt plaats op dezelfde wijze als die welke we kennen van de meeste Amerikaanse cichliden.

Aquarium: 

Hoe groter hoe beter, zoals beschreven ingericht met veel schuilplaatsen en een flinke open zwemruimte gelardeerd met vlakke stenen, wat als afzet substraat kan dienen. In de natuur komt deze vis in rustige wateren. Grove planten mits de wortels goed zijn afgedekt met stenen kan een eventueel alternatief zijn grote plastic planten, te verkrijgen bij Xenos, voordeel hiervan ze gaan niet dood en raken niet beschadigd door het graafgedrag van deze vissen. De plastic planten regelmatig afspoelen, waardoor ze frisgroen blijven. Een watertemperatuur van rond de 25 graden en regelmatig waterverversen en een gedempte verlichting zal deze vissen goed doen. Tevens mag een goed werkend filter niet ontbreken.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: