Laetacara fulvipinnis STAECK & SCHINDLER, 2007

foto: Erik Bakker
Etymologie: 

Laet kan vertaald worden als "blij", acara is een inlandse benaming voor dergelijke vissen. Fulvi betekent "oranje" en pinnis betekent "vinnen". Blije cichlide met oranje vinnen wordt de naam dan voluit vertaald.  

Referentie: 

Staeck, W. and I. Schindler 2007 Description of Laetacara fulvipinnis sp. n. (Teleostei: Perciformes: Cichlidae) from the upper drainages of the rio Orinoco and rio Negro in Venezuela. Vertebr. Zool. 57(1):63-71.  

Literatuur: 

Genne, van, E., 2009, Het stroomgebied van de Orinoco; een reisverslag, Cichlidae 35-4, NVC. (link alleen voor NVCleden) Fishbase, externe link  

Beschrijving: 

Laetacara fulvipinnis is een kleiner blijvende cichlide waarvan de mannelijke exemplaren tot iets meer dan 7 cm. kunnen worden. Vrouwtjes blijven iets kleiner. De laatste vinstralen van rug- en aarsvin zijn bij het mannelijke dier verlengd.  

Herkomst: 
Zuid-Amerika  
Verspreiding: 

Rio Orinoco, rio Casiquiare en rio Negro uitmondingen in Venezuela.  

Gedrag: 

Ondanks dat ze klein van stuk zijn, en relatief kalm zijn in hun jonge jaren, kunnen ze nogal wat temperament aan de dag leggen, vooral onderling. Ze kunnen waarschijnlijk het best paarsgewijs worden gehouden.

Voedsel: 

Alleseter, met een voorkeur voor fijn levend voer.

Kweek: 

Bij het baltsen kan een de keel een mooie rode gloed vertonen. Er worden enkele honderden eitjes gelegd op een glad min of meer horizontaal oppervlak. Op de foto hierboven is een exemplaar te zien dat op een plantenblad heeft afgezet. De vrijzwemmende jongen kunnen met stofvoer en Artemia-naupliën worden gevoed.  

Aquarium: 

Deze vis houdt van zacht zuur water. In het wild houden ze zich op bij ondiepe oevers van kleinere stroompjes, tussen overhangende takken en bladafval.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: