Rocio gemmata (Contreras-Balderas & Schmitter-Soto, 2007)

Tekst Rene Beerlink, fotos Jeff Dubosc
Etymologie: 

Rocio = De naam van Juan Schmitter-Soto's vrouw. Spaans voor dauwdruppels.
Gemmata = voorzien van juwelen. Een verwijzing naar de vele iriserende vlekjes op het lichaam.

Referentie: 

Schmitter-Soto J. 2007. "A systematic revision of the genus Archocentrus (Perciformes: Cichlidae), with the description of two new genera and six new species". Zootaxa. n. 1603, pp. 1-78.

Literatuur: 

Schmitter-Soto J. 2007. "A systematic revision of the genus Archocentrus (Perciformes: Cichlidae), with the description of two new genera and six new species". Zootaxa. n. 1603, pp. 1-78.

Beschrijving: 

In zijn “Catálogo de los peces continentalis de Quintana Roo” beschrijft Juan Jacobo Schmitter-Soto in 1998 al een afwijkend Jack Dempsey-type in het Noord-Oosten van Yucatan. Hij noemt deze dan Archocentrus affinis octofasciatus. Tijdens zijn systematische revisie van Archocentrus en verwanten komt hij tot de conclusie dat het hier daadwerkelijk om een andere soort gaat. De inmiddels overleden Professor S. Contreras-Balderas kwam tegelijkertijd tot eenzelfde conclusie, vandaar dat zij het auteurschap wat betreft de eerstbeschrijving delen en dat ook Salvador Contreras-Balderas in de naam vermeld staat.

 

Schmitter-Soto 2007 noemde de R. gemmata “de kleinste Rocio”. Het grootste exemplaar dat hij wist te vangen was 7 cm. Aangenomen mag worden dat de soort groter kan worden, maar hoe groot is dus niet precies bekent.  D. XVIII,9-10; A. VIII -IX,7-8; pectoral 15-16. lichaamshoogte 41-46% van lichaamslengte; Koplengte 35-41% van lichaamslengte. Voor de leek is R. gemmata nauwelijks van R. octofasciata te onderscheiden. Schmitter-Soto geeft hiervoor de volgende diagnose.

 

Diagnose: De iriserende vlekken op de flanken zijn groter dan de schubben en liggen minder duidelijk in rijen( ipv. kleiner dan de schubben en duidelijk in rijen). Streep van snuit naar oog onderbroken (ipv. doorlopend). Vierkantsbot (botje achter in de schedel) voorzien van stekel (ipv. zonder stekel). Bovenkaakbeen bereikt zowel de verticale als de horizontale lijn vanuit het oog. ( ipv. Alleen de horizontale). 7 rijen wangschubben (ipv. 6 of minder). Interradiale schubben (schubjes op de basis van vinstralen) in één rij (ipv. distaal in twee rijen). Rug en aarsvin zonder filamenten (ipv. met filamenten). Anale en mediale darmbochten niet aangrenzend maar gescheiden door maag en lever (ipv. altijd aangrenzend).Voorkant bovenkaak getand of op z'n minst hol (ipv ongetand en bol). Oogvlek op de staart bij leven bauw (ipv. Wit).

 

Holotype . ECOCH 4054 , 64 mm SL. Verzameld door J.J. Schmitter-Soto , Jun. 11, 1999.  In naamloze cenote 12 km N. van Leona Vicario , Quintana Roo , Mexico.
Paratypes . ECOCH 1468, 3145. Verzameld door J.J. Schmitter-Soto  en H. C. Gamboa-Perez. In dezelfde karst sinkhole.
Paratypes. UANL 15046 (4). Verzameld door S. Contreras-Balderas (medeontdekker van de soort). In  Laguna Leona Vicario.

 

De status van deze soort is nog 'n beetje onzeker. Juan Artigas schrijft op zijn site “op zoek naar deze soort op de typeplaats trof ik tot dusver alleen Rico octofasciata aan”. Jeff Dubosc echter die ook ter plaatse was, zegt de soort wél aangetroffen te hebben. Van hem zijn ook de foto's. Hij excuseert zich voor de kwaliteit maar aangezien het waarschijnlijk de enigste foto's van levende R. gemmata ter wereld zijn, beschouwen we het als een eer dat we ze mogen plaatsen. Dus, bedankt Jeff Dubosc.

Herkomst: 
Mexico.
Verspreiding: 

'N paar zeer geïsoleerd liggende naamloze karst-sinkholes en Cenotes bij het plaatsje Leona Vicario in het Noord Oostelijke puntje van Quantana Roo, Yucatan, Mexico.

Gedrag: 

Voor zover bekent als bij R.octofasciata.

Voedsel: 

Na verwachting niet anders dan bij R.octofasciata.

Kweek: 

Voor zover bekent op dit moment (1 -1- 2015) nog niet mee gekweekt.  Zeer gewenst. Vermoedelijk als bij R.octofasciata.

Aquarium: 

Zie R.octofasciata.

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: