Neolebias ansorgii (Boulenger, 1912)

Tekst & Foto: M.C.W. Keijman

Algemeen

Deze zeer klein blijvende tot de familie Distichodontidae behorende vissen komen voor, van Benin tot aan Angola. Omtrent het aantal geldige en beschreven soorten is tot op heden nog veel onduidelijkheid. Een op dit moment onderhande zijnde revisie van het geslacht zal er naar alle waarschijnlijkheid toe leiden dat er een aantal nieuwe soorten beschreven zullen gaan worden. De soort Neolebias ansorgii is sinds de beschrijving in 1912 een bekende soort, die af en toe ook in de aquariumhandel verkrijgbaar is. Deze kleinblijvende tot maximaal 3 cm groot worden soort is als zeer rustig te betitelen en houdt zich hoofdzakelijk tussen de in het aquarium aanwezige planten op.

Verzorging

Neolebias ansorgii is het best te verzorgen in een rijkelijk beplant aquarium, zodat deze zich net als in zijn natuurlijke biotoop tussen de planten op zoek kan gaan naar voedsel. Neolebias-soorten worden over het algemeen in stroompjes aangetroffen die door het oerwoud stromen. De bodems van deze riviertjes zijn vaak bedekt met bladeren en takken. Een ideaal biotoop waar deze kleinblijvende visjes vaak met vertegenwoordigers uit geslachten als Amphyosemion en Epiplatys samen voorkomen. De watertemperaturen in dit soort stroompjes liggen vaak tussen de 24 en 28 graden Celcius. Over het voedsel voor deze soort kan gezegd worden dat deze vooral voedseldeeltjes halen uit het in het aanwezige Detritus. Maar bijvoeren met artemia naupliën en fijn droogvoer behoort zeer zeker tot de mogelijkheden. Als men Neolebias ansorgii tesamen met kleinblijvende cichliden wenst samen te houden, dan is een aquarium met een minimale kantlengte van 70 cm aan te raden.

Geschikt als bijvis...

Door zijn geringe grootte is het raadzaam om deze soort (maar ook alle andere vertegenwoordigers uit dit geslacht) met kleinblijvende, niet agressieve vertegenwooridgers uit geslachten als Nannochromis, Parananochromis en Pelvicachromis samen te houden.

Verspreiding