Thoracochromis brauschi

, (Poll and Thys van den Audenaerde 1965), 
Een endemiet uit de Lac Fwa.

Tekst en foto's: Joop Clement

alt

Foto 1: Mannelijk exemplaar van Thorachochromis brauschi.

Algemeen/Herkomst

Het geslacht Thoracochromis omvat 18 soorten waarvan velen niet of bijna niet bij aquariumliefhebbers bekend zijn laat staan gehouden worden. Een deel van deze 18 soorten, te weten 11, komen voor in west en centraal Afrika en de resterende 7 komen voor in oost Afrika.
alt
Foto 2:, Overzichtskaart van het verspreidingsgebied van Thorachochromis brauschi.

Het betreft hier allemaal Haplochromine muilbroedende cichliden die qua lengte variëren van 10 een lengte tot 16 cm. Thoracochromis brauschi, Thoracochromis wingatii, Thoracochromis demeusi en Thoracochromis buysi zijn de soorten die in Europa gehouden worden. Typesoort voor het geslacht Thoraochromis is Thoracochromis wingatii die zijn verspreiding kent in oost en west Afrika. Thoracochromis brauschi verzorg ik zelf, en dit is dan ook de soort waarover ik hier wil berichten. Na lang zoeken heb ik een twintigtal jonge vissen kunnen bemachtigen bij een Duitse liefhebber. Deze had zijn vissen op zijn beurt weer uit Frankrijk. De bekende Duitse Heiko Bleher heeft in 1988 een aantal vissen van deze soort naar Europa gebracht en wellicht zijn mijn vissen directe afstammelingen van deze import. Van mijn twintig jonge vissen heb ik er zelf een tiental gehouden en de rest zijn naar een andere liefhebber gegaan.
alt
Foto 3:, Jonge exemplaren van Thorachochromis brauschi.

Thoracochromis brauschi komt voor in Lac Fwa, gelegen in de provincie Kananga, welke gelegen is in de Demokratische Republiek Congo. Lac Fwa is (ondanks dat zijn naam het zou doen vermoeden) eigenlijk geen meer, maar een verbreding van de rivier Fwa, welke een ongeveer 20 km lange toeloper is van de rivier Lubu, die vervolgens weer in de Kasai River en uiteindelijk in de Congo rivier vloeit. De oevers zijn rotsig, zeer dicht bebost en moeilijk bereikbaar. Volgens Bleher wordt het achterland in de nabije omgeving van Lac Fwa in snel tempo vernietigd door mijnbouw en dreigt een ecologische ramp voor dit gebied. Buitenstaanders worden in dit gebied geweerd, vanwege de winning van kostbare delfstoffen die in deze omgeving voorkomen. Ook nu geldt weer, dat wij zuinig moeten zijn op de in onze aquaria voorhanden zijnde aquariumstammen van deze soort. Het water in de Lac Fwa is glashelder en heeft een gemiddelde Ph waarde van 8.0,  De bodem bestaat uit fijn wit zand, rotsachtige formaties en,  gebieden van los gesteente. De onderwater vegetatie bestaat voornamelijk uit dichte velden van Valisneria aethiopica . Endemische soorten zijn o.a. Thoracochromis brauschi, Cyclopharynx fwae en Schwetzochromis neodon

Kleur/lichaamsbouw, , , , , , , , , 

De vorm is typisch voor die van een Haplochromine cichlide, namelijk een hoge rug met een relatief korte kop met een kort daarna stijl oplopend voorhoofd. De staartvin is afgerond. De kleur van de rug is bruin en de buik heeft meestal een witachtige grondkleur. De vrouwtjes kunnen een vlekkenpatroon hebben. Bij dominante mannen worden de,  kieuwdeksels en een gedeelte van de buik,  bloedrood met een zwart streeppatroon over de kop en ogen en de keel is zwart. Bij dominante mannetjes wordt de rugkleur olijfgroen tot geelbruin en op de bovenzijde van de rugvin ontstaat een zwarte streep,ook de borstvin wordt donker met een rode bies. De onderlip is felblauw en dus erg contrasterend.
alt
Foto 4:, Mannelijk exemplaar van Thorachochromis brauschi.

De Engelse bijnaam voor deze vis is “Bloodthroat” (bloedkeel), wat slaat op de dieprode kleur in de keel en buikpartij die dominante mannetjes kunnen,  krijgen . De mannelijke exemplaren zijn een kwart groter (max 14 cm) dan de vrouwtjes.

altFoto 5:, Groep Thorachochromis brauschi.

Aquariumervaringen :
Je kunt deze soort het beste groepsgewijs houden. De minimale kantlengte van het aquarium voor een groep van deze vissen begint vanaf 120 cm met voldoende diepte (min.50 cm). De inrichting moet zodanig zijn dat er voldoende schuilgelegenheden zijn, die gecreëerd kunnen worden in de vorm van stenen en keien en eventueel een enkele stronk kienhout. Als bodembedekking gebruik ik goed gewassen rivierzand met een fijne korrelgrootte. Groepsbeplanting met Bolbitis heudelotii en/of Valisneria spiralis is zeer goed mogelijk. Thoracochromis brauschi zal zich zeer zeker tegoed doen aan de Valisneria welke regelmatig vervangen zullen moeten worden. De Bolbitis daarintegen laten ze volledig met rust. In zijn natuurlijke biotoop eet Thoracochomis brauschi veel van de aldaar voorkomende Vallisneria aethiopica. Helaas is deze niet verkrijgbaar. De mannetjes bezetten een territorium waarbinnen zij kuilen graven. Het aquarium moet schuilgelegenheden bieden aan de vrouwtjes en niet dominante mannetjes. Zoals hierboven vermeld moet het aquarium voldoende diep zijn daar deze vissen nogal schrikachtig zijn. Door hun territoriumdrang zijn zij nadrukkelijk aanwezig. Indringers worden weggejaagd maar niet achtervolgt of beschadigd. Met gewoon kraanwater zijn deze vissen goed te houden. In de natuur is deze vis een planten en insecteneter. Ik voer voornamelijk spirulina en diepvries artemia welke beide zeer graag wordt gegeten.

Kweek:
Ook voor de kweek stellen zij aan het water geen aparte eisen zodat gewoon kraanwater goed voldoet bij deze vissen. Thoracochromis brauschi is een ovofiele muilbroeder, waarbij de volledige broedzorg door het vrouwtje wordt uitgevoerd. De balts verloopt grotendeels zoals bij alle Haplochromine cichliden. Als voorbereiding op de balts begint het mannetje kuilen te graven en ontdoet deze van all het zand, welke hij aan de rand van de kuilen spuugt. De kuil wordt hierna verder opgeschoond en voorbereid voor de afzetting. Het vrouwtje wordt gelokt met uitgespreide vinnen en sidderende bewegingen en een gekromd lijf. Hiermee toont de vis zijn volle schoonheid. Als het vrouwtje interesse toont zal,  het paarritueel,  verder plaatsvinden in de kuil. In de kuil zal het vrouwtje de eieren afzetten om deze na de bevruchting door het mannetje direct in de bek te nemen. Het mannetje is hierbij slechts kort in de buurt en toont met gespreide vinnen de eivlekken op zijn aarsvin. Het vrouwtje zal naar deze eivlekken happen met de gedachte dat het eieren zijn die zijn in haar mond moet nemen, en hapt vervolgens het sperma van het mannetje in haar mond.
alt
Foto 6:, Muilbroeden wijfje van Thorachochromis brauschi.

Vervolgens worden de in de mond van het vrouwtje aanwezige eieren bevrucht. De legsels zijn klein en bestaan hooguit uit 15 tot 20 geelwitte eieren. Het vrouwtje zondert zich af en na ongeveer 20 dagen zullen de jongen vrij gaan zwemmen. In het begin zijn dit korte periodes die naarmate de jongen ouder en groter worden steeds langer worden. De jongen kunnen vanaf het moment dat deze vrijzwemmen, vrijwel gevoerd worden met artemianauplien of fijngewreven stofvoer. De verdere opfok van de jongen van Thoracochromis brauschi is probleemloos.

Literatuur

Lamboj, A. (2004), Die Cichliden des westlichen Afrikas. Birgit Schmettkamp Verlag, Bornheim, Germany. 235-236, p 255





Herkomstgebied: