Twee nieuwe onbeschreven Parananochromis soorten uit Kameroen

Deel 1

Tekst en foto's : M.C.W. Keijman

alt
Afbeelding 1, Parananochromis longirostris, typesoort voor het geslacht., 

Het genus Parananochromis is in 1987 door de bekende Humphrey Greenwood opgericht om 3 soorten die voorheen in de geslachten Pelmatochromis en Nanochromis waren ondergebracht onder te brengen. Deze soorten waren P. longirostris,  (Boulenger,1903) die als typesoort voor het geslacht werd aangewezen, P. caudifasciatus en P. gabonicus. Ondanks dat de exacte verwantschap van deze taxonomische groep problematisch is wordt deze toegekend tot de chromidotilapiine lijn. Deze groep vertegenwoordigt momenteel 7 geslachten, die gezamenlijk een aantal anatomische kenmerken bezitten die hen met deze groep verbind.,  Kort nadat de beschrijving door Greenwood van het genus Parananochromis gepubliceerd was, werden er 2 soorten die niet aan de eerder beschreven soorten konden worden toegekend ontdekt in de Ivindo River, een grote zwartwater toeloper van de Ogowe River in Gabon. Een daarvan werd in 1988 door Numrich & Wunderlich in de buurt van Belinga gevonden en de tweede werd eveneens in datzelfde jaar door Lamboj ontdekt in de nabijheid van Makokou. Tijdens een Ichtyologisch onderzoek welke van 1995 en 2002 duurde, waarin men trachtte de Ichtyofauna van de Lower Guinea provincie (Kameroen, Rio Muni, Gabon e Congo-Brazzaville) te documenteren, kwam nog een derde onbeschreven soort aan het licht. Deze tot dan toe 3 onbeschreven soorten werden in 2003 door Anton Lamboj & Melanie Stiassny in het Online wetenschappelijke tijdschrift Zootaxa beschreven als zijnde: Parananochromis axelrodi, brevirostris en ornatus. Dit bracht het aantal beschreven soorten nu in totaal op 6.
alt
Afbeelding 2, Parananochromis caudifasciatus in het aquarium, 

We schrijven het jaar 2004 als Anton Lamboj zijn boek “Die Cichliden des westlichen Afrikas” uitbrengt, en hierin melding doet van 2 nog onbeschreven Parananochromis soorten. Op pagina 174 maakt hij melding van Parananochromis sp. Ntem en Paranaochromis sp. “Sanaga”. De eerste soort zou oorspronkelijk door de uit Amerika stammende Tony Orsow zijn geïmporteerd, en de tweede soort stamt uit uit een wetenschappelijke verzameling van het Museum Harvard. Van de eerste soort Parananochromis sp. Ntem staat een foto van een levend exemplaar in het boek afgebeeld, en van de tweede soort staat een foto van een geconserveerd exemplaar afgebeeld. Voor wat betreft de eerste soort wordt als verspreidingsgebied de bovenlopen van de Ntem River genoemd. Voor wie enigzins op de hoogte van dit rivierenstelsel is, zal direct denken dat dit een zeer ruim begrip is. Het was dus simpelweg niet bekend waar deze soort exact vandaan kwam omdat vanggegevens ontbraken ( dit is vaak het geval bij soorten die als Import uit Afrika naar Europa of Amerika komen, omdat de vangers veelal niet over GPS ontvangers beschikken en dus geen data van de vangstlocatie kunnen aanleveren). Eind 2008 is het de Duitser Roland Numrich die uit Kameroen wederom een nieuwe Parananochromis soort importeert, ditmaal onder de naam Parananochromis sp. Sanaga.. Hadden we deze net ook al niet voorbij zien komen als zijnde het geconserveerde exemplaar uit de Harvard collectie? Ja, dat is zo. Doorat ik regelmatig contact heb met Anton Lamboj, die inmiddels van Roland Numrich een paar exemplaren van deze soort had gekregen, vernam ik dat dit niet dezelfde soort was als het geconserveerde exemplaar als uit de Harvard collectie. Maar omdat de dieren onder deze naam waren geïmporteerd, stelde Anton Lamboj voor deze vooralsnog deze handelsnaam te laten behouden. Omdat zowel Anton Lamboj als ik een vangexpeditie naar Kameroen gepland hadden staan, onderhielden we regelmatig contact met elkaar en de route die wij beide zouden gaan maken in Kameroen. Anton Lamboj zijn reis vond plaats in februari 2009 en die van mij vond plaats in april 2009. Nadat Anton Lamboj was teruggekeerd hadden wij uiteraard weer contact met elkaar en bespraken wij zijn reis en vangsten.

Anton vertelde mij dat hij er in geslaagd was om de soort die tot dan toe bekend stond als Parananochromis sp. Ntem te traceren. Hij deelde mij de locatie, zodat ook wij er hier naar opzoek konden gaan.

Op zoek naar de onbeschreven Parananochromissen.

Tijdens mijn 3e bezoek aan Kamroen, die in april 2009 plaatsvond en die ik samen met Uwe Werner ondernam, bestond onze reisschema uit 2 delen; namelijk het deel waar wij de west zijde van Kameroen (lees het Mungo Riversysteem, het Cross River systeem en Lac Ejagham) zouden bezoeken en het zuid oostelijke deel, waar wij de uiterste in Kameroen gelegen toelopers van de Ntem River zouden bezoeken.
alt
Afbeelding 3 Vindtplaatsen van P. longirostris, sp. "Sanaga" en sp. "Ndjo" (van rechts naar links)

Via Yaoundé en Mbalmayo reden we naar Sangmélima, waar wij na een zéér lange rit aan het einde van de dag aankwamen en na diverse “hotels” te hebben beoordeeld op hun “schoonheid” er uiteindelijk maar 1 betrokken. Je moet je voorstellen dat een plaats als Sangmélima die in een regio waar deze zich bevindt (temidden van de uitgestrekt oerwouden), een grote aantrekkingskracht heeft voor de bevolking uit de vele omliggende dorpen. Er is in dit soort plaatsen vaak meer te “beleven” dan in hun eigen dorpjes, dus trekken deze mensen ’s avonds naar dit soort regionale ontmoetingsplaatsen toe. Er is dus ’s avonds veel bedrijvigheid te constateren. Dit maakt het voor ons “toeristen” wel extra boeiend. Na een heerlijke maaltijd, die bestond uit pittig geroosterde kip en een heerlijke frisse Pampelmousse limonade gingen wij naar het “hotel” terug voor de overnachting. De volgende ochtend was het weer redelijk vroeg op omdat we een lange dag voor de boeg zouden hebben. De route van vandaag zou van Sangmélima naar Djoum gaan, vanwaar we diep het oerwoud in zouden duiken. Op de bij ons voorhanden zijnde kaarten stond een “weg” ingetekend die ons die dag uiteindelijk naar Oveng (dicht bij de grens met Gabon) zou moeten leiden. De afstand van die dag zou volgens de kaart een kleine 87 km zijn, wat op zich dus geen grote afstand is. Wij zouden onderweg naar Oveng volgens de kaart diverse riviertjes kruisen, waar wij ons geluk zouden gaan beproeven. We zaten per slot van rekening in het gebied waar vertegenwoordigers van het geslacht Parananochomis voor zouden moeten komen. Gelijk bij het eerste beste riviertje stopten we en pakten we onze spullen, maar na een aantal pogingen met ons grote treknet moesten wij helaas constateren dat er,  dit deel van de rivier niet meer dan Oreochromis en Parauchenoglanis herbergde, en helaas niet de door ons gezochte Parananochromissen. We reden verder en stopten na een klein half uur rijden bij een rivier, die de naam Nikoutoe droeg. Bij dit riviertje waren veel kinderen aanwezig, en waarvan sommige aan de waterkant de was aan het doen waren. Een watertest wees volgende waarden uit: Ph 6,2, Kh5, Gh 5 en een temperatuur van 22C. Ook nu weer trokken we met het grote stelnet een deel van de rivier af op zoek naar vis. Maar in tegenstelling tot ons vorige riviertje, waar haast geen vissen in aanwezig waren, was dat in deze rivier,  wel het geval. Als snel bleek dat het net vol zat met grote vissen. Eenmaal aan de kant werden we blij verrast, en zagen we grote exemplaren van Hemichromis elongatus, de roofzalm Hepsetus odoe, maar wat ons vooral opviel waren de prachtig rode en blauwe kleuren van de grote exemplaren van,  de eveneens in het net aanwezige Parananochromis longirostris. We maakten snel foto’s van de schitterend gekleurde vissen en verpakten ze zorgvuldig voor het transport voor de rest van die dag. Opgelaten van deze mooie vangst reden we door op het inmiddels tot zandpad geworden weg. Na een uur door het oerwoud van zuidelijk Kameroen te hebben gereden (we zouden op onze tocht door het zuiden van Kameroen uiteindelijk 3 volle dagen door dit schitterende haast onaangetaste oerwoud rijden) kwamen we weer bij een riviertje aan, die voor ons weer onweerstaanbaar was, en waar we ons geluk weer moesten beproeven. Vanaf de kant konden we al direct zien dat dit een dergelijke rivier as als de vorige. De stroming in dit riviertje was gemiddeld, de kleur was bruin en dus volledige verzadigd met sediment. Een watertest wees volgende waarden uit: Ph 6,2, Kh3, Gh 0 en een temperatuur van 22C.

Niet snel nadat wij met onze auto waren gestopt, kwamen er al weer kinderen aan, die natuurlijk nieuwsgierig waren geworden wat wij bij hun rivier aan het doen waren. Phillippe en Ngando vertelden aan de kinderen wat wij van plan waren, waarna deze rustiger werden. Eerst werd nog gevraagd hoe de naam van deze rivier was, en die bleek de Mebom River te heten.
alt
Afbeelding 4, Mebom River, vindtplaats van P. sp. "Sanaga"

Vervolgens gingen we weer met het grote stelnet te werk, we zetten een stuk van deze rivier af, die in het midden hooguit een diepte had van ca. 1,5 meter en aan de kant slechts 30 cm. Gespannen wat ons deze “trek” zou brengen, trokken we voorzichtig het stelnet naar de kant. Een maal aan de kant troffen we vissen aan uit geslachten als Barbus, Parauchenoglanis, Hemichromis en een soort die verdacht veel op een Parananochromis leek. We hadden zelfs het geluk dat er 3 exemplaren in het net zaten, de qua lengte varieerden,  van 4 tot 6 cm. Omdat 3 exemplaren niet voldoende waren, bevisten we deze kleine rivier nog een aantal malen waarbij we telkenmale geluk hadden en er som 1 of wel 2 exemplaren in het net zaten. Toen we uiteindelijk zo’n 15 exemplaren gevangen hadden, zetten we ons aan het fotograferen van deze soort en het biotoop waarin hij voorkomt. Op het eerste gezicht had deze soort veel weg van Parananochromis caudifsciatus, die ook in de omgeving voor moest komen. Maar 1 ding wisten we zeker, deze waren het niet!!! Wellicht was dit wel de soort die recentelijk was ingevoerd onder de naam Parananochromis sp. “Sanaga”. Onderzoek op deze soort zou dus nodig zijn om te kunnen determineren welke soort het nu wel of niet zou zijn. Vooralsnog hielden wij het op een nieuwe soort.
alt
Afbeelding 5 Zojuist gevangen exemplaar, van P. sp. "Sanaga"

Omdat het inmiddels al laat in de middag was, pakten we onze spullen in en vertrokken we richting Oveng. Dit midden in het oerwoud gelegen gehucht, zou ons hopelijk een slaapplaats bieden, want als dat niet het geval zou zin, dan werd het een nachtje in de auto slapen! Net voor het donker werd kwamen we aan in Oveng, waar wij ons eerst bij de “Jeffe de Gendarmerie” moesten melden.,  Het is erg belangrijk dat je dit soort zaken zeer serieus neemt en ook daadwerkelijk doet, want als je dit niet doet haal je je een hoop ergernis op je hals. Zo gezegd zo gedaan, wij melden ons bij deze heer in uniform aan (stel je je eens voor, je bent “in the Middle of nowhere” en dan staat daar ineens een “Gendarme” in uniform voor je, die officieel naar je papieren vraagt!!!!!! Te gek voor woorden, maar wel realiteit in het oerwoud van Kameroen! Nadat alle papieren door hem waren gecontroleerd, nodigden wij hem ’s avonds uit voor een drankje in de lokale kroeg (het was ook tevens het enigste ontmoetingspunt van het dorp). Vervolgens gingen we op zoek naar een overnachting adres, die er zowaar bleek te zijn. Nou ja !!!!!!!! Philippe en Ngando hadden navraag gedaan bij de lokalen en die melden dat er een gelegenheid was waar men kon slapen. We reden hier vervolgens naartoe en konden na het betalen van ca. € 15,- voor 3 kamers (denk hierbij aan een ruimte met een dak van aluminium platen, een betonnen vloer en in het midden hiervan een bed met een laken erop). Het is waarschijnlijk onnodig te vermelden dat er geen stroom was voor onze pompen, en oplaadapparatuur voor de batterijen van de video en camera’s. Maar goed, we hadden een dak boven ons hoofd. Nu nog wat te eten en dan was het compleet. Onze zoektocht naar eten resulteerde in de volgende 2 mogelijkheden: Gebakken Plantin ( grote smaakloze banaan- die in Palmolie gefrituurd word), en een heerlijk boven het vuur gegrilde jonge aap. Omdat ik op dit soort situaties voorbereid was, trok ik uit mijn koffer een paar noodrantsoenen, in de vorm van Mie noedel soepjes. Het enig wat we nog moesten doen was water, welke wij rijkelijk bij ons hadden, te laten koken door onze gastvrouw en deze vervolgens in zeer onsmakelijke kleine pannetjes laten gooien, de noedels erbij doen, en klaar was onze maaltijd. Het was een heerlijke maaltijd, zeker als je de alternatieven bekijkt.
alt
Afbeelding 6, Van links naar rechts, Ngando, Uwe en Phillippe aan de heerlijke noedels maaltijd.

Na de maaltijd liepen wij gezamenlijk naar de lokale dorpskroeg, waar we per slot van rekening met de Gendarme hadden afgesproken. De Gendarme voegde zich bij ons aan de tafel en wij trakteerden hem op een heerlijke fles bier. En dat deze man enige macht had in dit dorp, bleek later wel. Als er iets moest gebeuren waarvoor men dacht permissie van hem nodig te hebben, kwam men hem dit nederig vragen. Hij had hier zelfs zoveel macht dat een simpel kijken al voldoende was om de mensen tot stilte te brengen. Onze politie zou willen dat men zo op hen reageert.

We hadden een gezellige avond met de dorpsbewoners beleefd, maar gingen aanluitend weer terug naar ons “hotel”,  en gingen slapen, want de volgende ochtend gingen we weer bijtijds op weg naar ons uiteindelijke volgende doel, namelijk Ebolowa.

De nacht was zeer heet en broeierig en ontwaakten al rond 06.00 uur de volgende ochtend bij het kraaien van de haan. We wasten ons en deden de nodige hygiënische zaken, pakten onze spullen in de auto en reden vervolgens de “groene hel” weer in. Deze dag zou ons via Ebolowa naar het direct aan de grens met Gabon gelegen Aban Minkoo brengen, waar we op zoek zouden gaan naar Parananochromis caudifasciatus. Helaas voor ons leverde deze dag geen geen resultaat op naar het zoeken naar Parananochromis cuadifasciatus (waarvan we wisten dat deze soort hier in de buurt voor moest komen), en sliepen we de komende nacht in Ebolowa. De volgende dag keerden we nogmaals terug om nogmaals op zoek te gaan, maar ook dit leverde wederom niets op. We besloten omdat het nog vroeg in de ochtend was richting Kribi te rijden. Op weg naar Kribi zouden we langs een door Anton Lamboj opgegeven rivier moeten komen (ik had een summiere omschrijving gekregen waar deze rivier zou moeten liggen), waar wij op zoek zouden gaan naar de soort die in het boek van Anton Lamboj omschreven staat als Parananochromis sp. “Ntem”. Op de enigzins goed bereidbare weg bogen we na een 20 km linksaf een onverharde weg in die vervolgens het oerwoud weer in zou leiden. Hoelang het zou gaan duren voor wij bij de door Anton Lamboj beschreven rivier zouden aankomen wisten we niet. Alle op de kaart aangeduide riviertjes waren allemaal Ntem toelopers. En je zult begrijpen, dat wij bij een aantal van deze riviertjes een stop maakten om te kijken wat er in voorkwam. Hierbij moet gezegd worden dat in de riviertjes waar we visten geen schokkende zaken door ons ontdekt werden. Er zwommen soorten in die we la kenden, en dus zeker op deze eis niet interessant voor ons waren. We reden dus verder richting de weg die Ebolowa vanuit het oosten met Kribi in het westen verbond. Echter een aantal kilometers voordat we op deze kruising met deze verbindingsweg kwamen, kruisten we in een flauwe bocht een rivier. Tijdnes het voorbijrijden, keken Uwe en ik elkaar aan en dachten dat dit de bewuste rivier kon zijn en reden we door. Ton we op de kruising aankwamen wisten we dat we terug moesten enwel naar deze rivier. Dit moest hem zijn!
alt
Afbeelding 7, Ndjo River, vindtplaats van P. sp. "Ndjo"

Eenmaal terug bij de rivier stapten we uit en keken eens goed om ons heen. De ligging van deze rivier was schitterend. Temidden van het oerwoud meanderde deze ca. 10 meter brede rivier door het oerwoud. Het water had een bruine kleur en vanaf de kant konden we zien dat er op sommige delen veel hout in het,  water lag. Ik maakte allereerst foto’s waarop alle GPS data verzameld waren, om naderhand een nauwkeurige vindplaats locatiebepaling te kunnen doen. Nadat dit gebeurd was, pakten Ngando en Philippe alvast het grote stelnet uit de auto en kleedden zij zich alvast om. Bepakt en bezakt (letterlijk) gingen wij met z’n 3-en te water en Uwe bleef bij de auto achter om,  op onze spullen te letten (iets wat in Afrika altijd nodig is). Dicht bij de weg was een verbreding in de rivier waar we als eerste met het stelnet zouden gaan vissen.,  Onze eerste poging leverde wel vissen op, maar niet wat we zochten. We hadden vertegenwoordigers uit geslachten als Parauchenoglanis, Parakneria, Perocephalus en Mastemcebelus in het net. Weer zetten we met het stelnet een deel van de rivier af, om vervolgens het net binnen te halen. Tot onze vreugde hadden we nu blijkbaar meer geluk, want er zat in ieder geval een andere soort vis in die direct te herkennen was als een cichlide. Toen we het net helemaal aan land hadden, konden we ons geluk niet op, we hadden het geluk dat er 2 cichliden in zaten die duidelijk op de soort uit het boek van Anton Lamboj leek. Mooier nog, het leek er zelfs op dat we zowel een mannetje als een vrouwtje gevangen hadden. We konden een heel goed verschil zien tussen beide dieren. Het mannetje was allereerst groter en had op elke schub die op de flanken aanwezig waren een donkere omranding. Dit had het andere dier niet. Deze was kleiner en had typische roze buik, zoals dat bij andere vrouwelijke Parananochromis soorten ook kennen. Een ander markant herkenningsteken was dat dit kleinere vrouwelijke exemplaar op elk van de uiteinden van de buikvinnen een zwarte zone heeft.
alt
Afbeelding 8, Zojuist gevangen mannelijk exemplaar van P. sp. "Ndjo"

alt
Afbeelding 9, Zojuist gevangen vrouwelijk exemplaar van P. sp. "Ndjo"

Dit kennen we bij nog een andere soort uit west Afrika, namelijk bij Pelvicachromis signatus. En ook dit alleen maar bij de vrouwelijk exemplaren. Verder heeft het vrouwtje een roze iriserende zone in de rugvin. We konden ons geluk niet op, wij waren er ook in geslaagd om de tot dan toe onbekende Parananochromis sp. Ntem te traceren en te vangen. Omdat 2 exemplaren natuurlijk niet genoeg was, trokken Ngando, Philippe en ik met het grote stelnet al vissend de rivier af op zoek naar meer exemplaren. Na ongeveer 1,5 uur vissen kwamen we terug en hadden we in totaal een 13 tal exemplaren, die qua grootte varieerden van 4 tot 9 cm. Ik nam nog waterwaarden om ook dit compleet te hebben, wat wellicht van belang zou kunnen zijn om deze soort thuis na te kunnen kweken. De waterwaarden die hier werden gemeten waren als volgt: Ph 6,0, Kh4, Gh 0 en een temperatuur van 23C. Deze waarden kwamen dus nagenoeg overeen met de rivier waar wij de andere nieuwe Parananochromis soort hadden gevangen. We pakten de 13 exemplaren zeer zorgvuldig in en laden alle vangspullen in de auto en reden richting Kribi, waar we in de laten namiddag aankwamen.

Einde deel 1 – in deel 2 wordt verslag gedaan over het verzorgen van beide soorten in het aquarium.

Herkomstgebied: