Nanochromis parilus ROBERTS & STEWART, 1976

Tekst: Johan Verheesen Foto: Fanarium
Etymologie: 

Nanochromis komt vanuit het Latijn, nannus is klein; vanuit het Grieks, chromis is een vis, mogelijk een baars. parilus komt van uit het Latijn: parilis betekent "gelijkend op".

Referentie: 

Daget, J., 1991. Nanochromis. p. 270-273. In J. Daget, J.-P. Gosse, G.G. Teugels and D.F.E. Thys van den Audenaerde (eds.) Check-list of the freshwater fishes of Africa (CLOFFA). ISNB, Brussels; MRAC, Tervuren; and ORSTOM, Paris. Vol. 4.

Literatuur: 

Cichlidae 18 (3) juni 1992 23, Walter Deproost

Beschrijving: 

De grondkleur van het lichaam van Nanochromis parilus is beige tot lichtbruin. Op de operculum, de borst en de schouder zie je een licht blauwgroen iriserende vlek. De buikpartij is roze gekleurd. De rugvin is voorzien van een zwarte rand met daaronder een brede submarginale witte band. De staartvin vertoond aan de bovenste helft van de staart een horizontaal strepenpatroon dat vaak doorloopt in het achterste deel van de rugvin. Het onderste deel van de staartvin is echter meestal zonder tekening en violet getint.

De lichaamsvorm van deze dwergcichlide is langgerekt en zijdelings een weinig samengedrukt. De vis heeft een kleine kop met grote ogen en dikke lippen. Het mannetje bereikt een lengte van 8 cm en heeft een rugvin die spits uitloopt.  Het vrouwtje blijft met 5 tot 7 cm wat kleiner, de rugvin is wat korter en de buikpartij is voller.

Nanochromis parilus is een demersale reofiele cichlide.

Herkomst: 
Endemisch voor de Democratische Republiek Congo
Verspreiding: 

In de Beneden-Zaïre tussen Congo-Kinshasa en de havenstad Matadi, in snelstromend water en in de mondingen van vele zijriviertjes.

Gedrag: 

Nanochromis gedraagt zich redelijk schuw en trekt zich regelmatig terug in een schuilplaats. Wanneer hij zich echter laat zien lichten de pastelkleuren schitterend op en is het een fraaie vis om te zien. Onderling kan er wel eens gedreigd of gevochten worden om het bezit van een territorium. Als het aquarium niet te klein is en voldoende schuilplaatsen heeft dan zal dit weinig problemen geven.

Voedsel: 

Nanochromis parilus is een omnivoor. Het menu bestaat voornamelijk uit kleine partikelen van Aufwuchs en detritus, maar ook de kleinere invertebraten en hun larven worden gegeten, alsmede kleine stukjes plant.

Kweek: 

N. parilus is, zoals de andere soorten van het genus een substraatbroeder. De eieren worden afgezet in een hol. Het vrouwtje neemt de verzorging van het legsel en de larven voor haar rekening. Het mannetje verdedigt het broedterritorium. Na ongeveer een week verlaten de juvenielen het broedhol en nemen beide ouders de begeleiding van de jongen op zich. De jongen kunnen direct gevoerd worden met kleine cyclops en Artemia-nauplïen.

Aquarium: 

Het aquarium mag niet te klein zijn, Een lengte van 100 cm is wel voldoende. Zorg voor voldoende holen waarin de dieren zich kunnen terugtrekken. Als bodembedekking het liefst fijn zand. Verder is het goed om de bak rijkelijk te beplanten.

 

Video Nanochromis parilus "Djoué"

 

Stoplicht: 
Groen
Herkomstgebied: