Nanochromis transvestitus STEWART & ROBERTS, 1984

tekst: Alex Becker - foto bovenaan: Michel Keijman, foto onderaan: Eric Naus
Etymologie: 

Bij deze vissen is niet het mannetje het mooiste, maar het vrouwtje, vandaar de naam "transvestitus".  

Referentie: 

Copeia (1); p 82-86  

Literatuur: 

Jubileum uitgave Cichlidae, Anton Lamboj, Nanochromis; interessante dwergcichliden uit Centraal Afrika  

Beschrijving: 

Kleinste soort van deze groep. Bij deze cichlide is vooral de verticale ringetjestekening opvallend vooral opvallend bij de vrouwtjes. Bovendien ontbreekt de rode buik bij het mannetje  

Herkomst: 
Afrika overig  
Verspreiding: 

Zaïre, Lac Mai Ndombe en in de omgeving hier van.  

Gedrag: 

Samenhouden met andere kleine vissen die ongeveer de zelfde waterwaarden bewonen is mogelijk. Bodemvis

Voedsel: 

Klein levend voedsel, ook diepvriesvariant en vlokken worden geaccepteerd.

Kweek: 

Monogame holenbroeder. Richt een speciaal aquarium voor hen in. Vul het met zacht en zuur water. Temperatuur rond de 27 graden. Vrouwtje bewaakt het legsel van ongeveer 60 eieren, het mannetje bewaakt het territorium.

Aquarium: 

Minimaal 60 cm kantlengte ingericht met fijn zand, kienhout eventueel kokosnoot schalen en beplanting.  

Nanochromis transvestitus

Herkomstgebied: